‘Allez, Maurice, dat ziede na toch zelf!’
Maurice zag niks zelf. Hij had zich net in een jasje gehesen dat hem vele maten te klein was, maar het kon hem ook niet zo heel veel verdommen. Lees verder
‘Allez, Maurice, dat ziede na toch zelf!’
Maurice zag niks zelf. Hij had zich net in een jasje gehesen dat hem vele maten te klein was, maar het kon hem ook niet zo heel veel verdommen. Lees verder
Weet u dat nog? Vroeger, de eerste liefjes? Twee, neen, drie fenomenen staan mij nog haarscherp voor de geest. Kreten en situaties die iedereen van mijn generatie nog kent. Lees verder
“Ik denk dat we er beter mee stoppen, ik voel niets meer”. Ze sprak het berustend uit, bijna teder zelfs. Zijn wereld verging.
De mooiste, zachtste vrouwen kunnen het, de hardste mannen Lees verder
De man had een heel speciaal, lichtgekleurd, leren boekentasje vast. Het was mooi, maar niet echt mannelijk. Tenminste, ik – met mijn beperkt bevattingsvermogen – kon me niet voorstellen dat een man zoiets zou kiezen/kopen. Wij kiezen zwart leer, bruin leer, een enkeling zal al eens naar bordeaux durven overhellen, vooropgesteld dat het van een gekend merk is, maar veel verder… Neen. En dit was een vreemd soort bijna vanille-geel leer, met mooi beslag, en de kwaliteit sprong er af.
Toen ik het hem vroeg, keek hij verrast op en ook wel blij ‘Cadeautje van mijn vrouw! Mooi hè?’ De ‘mooi hè’ kwam er uit als een soort van opluchting. Opluchting omdat een andere vent het ook mooi vond en hij zo wat minder voor paal liep… of tenminste daar vreesde hij voor. Voor dat paal lopen dan.
De vrienden zaten te eten in een restaurant, Twee gebronsde fitnesshengsten met twee Sherrywijfjes ernaast. Het eten smaakte, de drank vloeide. Eén van hen had een witte ‘Ice’ watch aan. Een fashion statement. Misschien. Welke vent kiest er zelf voor? Karin kon het niet laten en vroeg ernaar : ‘Hoe komt een vent ertoe om een wit plastic horloge te dragen?’
‘Manneke, ik heb dat gekregen van mijn vriendin hie, en veur mij betekent da hiel veul! Ik gon die noeis nimmr afdoeng, zoe lang asdamme saome zeng!’ Mooi hè?
Twee ongerelateerde feiten.
Vanochtend passeerde ik een mooie auto. Zwarte break, van het succesvolle vertegenwoordigerstype. En op de achterruit hing de sticker ‘ X & Y on board’. Ik moet daar altijd een beetje om lachen. Ik zie het me al doen, in volle vaart op zo’n auto afglijden en dan ineens, ‘oh, neen, hier mag ik niet tegen rammen, want er zitten kinderen in…. ‘ en dan knal ik hem tegen een andere waar niet zo’n sticker ophangt.. Ik weet niet goed hoe het werkt, en waarvoor het dient, dat soort stickers.
Ik mijmerde verder. Zo’n echte automan, die alles kent over velgen en ophangingen. Zou die zelf kiezen voor zo’n melige stickers? Ongetwijfeld is dat iets wat in de roes na de geboorte gebeurt… Maar kiest hij daar zelf voor?
Misschien is dat het nieuwe ‘eigendomsrecht’. Vrouwen doen iets met hun vent, waardoor ze hem brandmerken als ‘off the market’. Een opzichtig attribuut, een mooi accessoire, of ja, waarom niet de gesublimeerde penis-tatouage! Op het macho-instrument bij uitstek, de bolide, wordt zachtjes een claim gelegd. Deze jongen, deze kanjer heeft kinderen,… van mij’. Niet zoals het kinderzitje, dat is gewoon verstandig en onmisbaar, maar zo’n sticker, voor mij is dat toch een andere dimensie.
Mannen die plots van kapsel en van kleren veranderen, nadat vrouwlief hen uitgelegd heeft waarom… eigenlijk zijn dat gebrandmerkte ossen. Doffe tristesse in de ogen, maar ze hebben wel hun eigen stal.
Een vriend van mij, een intelligente, integere, breeddenkende intellectueel, weliswaar niet van de soort om ‘gecast’ te worden in Hollywood blockbusters, aan de zijde van Angelina Jolie, wegens, niet meteen van de mooiste, slaagde er telkens opnieuw in om relaties op te starten met mooie vrouwen. Fijn voor hem, onbegrijpelijk voor ons.
Het was dermate intrigerend dat ik niet kon nalaten om een schare deernes op de arbeidsvloer te vragen hoe dat eigenlijk in elkaar zat. Waarom kon die kerel dat? Een gouden lid, een fluwelen tong, dat zijn het soort overwegingen die bij mij automatisch naar voor komen. Had ik er al bij vermeld dat hij niet onbemiddeld was? Dat wil ook nogal eens helpen. Het bleek allemaal van geen tel te zijn.
De meisjes hielpen mij een stap verder en een wondere wereld ging voor mij open. Er blijken namelijk twee types mannen te bestaan voor er nog maar sprake is van een relatie.
Mijn vriend (we gaan hem gemakshalve Bas noemen) en ik ,behoren beiden tot één van de groepen, dat maakt het wel zo makkelijk. Hij zit in de groep waarvan vrouwen zeggen ‘Ik ga hem veranderen, met wat mooie kleren, en hier en daar wat retouchkes komt het wel in orde’. Een echte menselijke Barbie dus. Ze doen dat ook echt. Het is het soort venten dat meteen na de eerste nacht een nieuw kapsel aangemeten krijgt, en dezelfde week nog wordt er een shopping moment ingelast waarbij hij een lila-debardeurke voor zichzelf mag kopen. Het bestaat!
Ik zat in de groep waarvan de meeste vrouwen denken ‘ het is een varken, maar op mij zal hij echt verliefd worden, let maar eens op!’. Moeilijker te behandelen maar in essentie hetzelfde probleem. ‘We gaan die jongens veranderen’. Ik weet niet hoe ze dat doen bij jongens van mijn type, maar dat doet verder niet ter zake.
Veranderen, daar komt het altijd opnieuw op neer. Ik vond dat wel boeiend, wou weten of het klopte en vroeg dus ook langs mijn neus weg aan Bas of dat bij hem ook het geval was, met een nieuwe relatie? Dat ie dan zijn garderobe moest veranderen? ‘Man, oh man, ze hebben mij al van alles aangemeten, zwart wit, trendy, noncalant chic, grunge… en och kom, ik laat maar begaan, als ze dat leuk vinden.Sterk hè?
Da’s een eerste voorbeeld van het modelleren. Takken worden zachtjes in de juiste richting geduwd, elke maand iets meer, door de juiste kleren, broeken, gympies en geurtjes.
Het kan ook nog anders. Menige knaap heeft bij de keuze van de firmawagen of het zelfbetaalde stalen ros moeten vaststellen dat hij niet met die sportieve coupé naar huis kwam, maar met een stevige gezinswagen… ‘ge moet toch ook aan de kindjes denken’. Sportieve opties sneuvelen voor veiligheidsdenken, looks halen het niet van comfortopties. Het verstand weet je wel? Wat zou je meer pk’s kopen als je voor hetzelfde geld rolgordijntjes op de achterbanken hebt?
De absolute broek-afzakker die mij ooit is meegedeeld is de volgende, en gruwelt nu allen een wijle heen, want het is echt gebeurd!
‘Michel, die moto van u, ge rijdt daar bijna nooit op, en dat pakt zoveel plaats in de garage. Als ge die verkoopt, dan kunnen we daarmee mooie fietsen kopen voor iedereen, dat is nogal een stuk nuttiger’. Beetje vent gespt de helm om en vertrekt voor eeuwig en een dag, zonder ooit nog iets van zich te laten horen.
Maar neen hoor, de volgende dag stond er een advertentie in de krant en werd zijn mooie pronkstuk te koop gezet. En neen, dit is geen pleidooi voor machismo, iedereen doet wat ie wil en waar hij zich gelukkig bij voelt. Maar waar draait het echt om?
Om Pussy control… zoals zijne paarse genialiteit vroeger al zei.
Mannen, we zijn watjes, we hebben geen verhaal, en het verhaal dat we hebben kunnen we niet eens goed vertellen. Als we niet beter ons best doen, dan zijn we binnenkort overbodig.
Vrouwen zijn sneller, slimmer, werken harder en hebben the bigger scheme of things begrepen. Zeg dat ik het gezegd heb, en ik niet alleen.
Twee vrienden. Ontiegelijk vroeg op de luchthaven. Lachen, plezier maken, vertellen, en de tijd doden tot het vliegtuig opstijgt. Met een ‘croque monsieur’, en ja, beide heren pakken er een pintje bij. Om half zeven ’s ochtends. ‘T is speciaal, en niet voor elke dag, maar het kan wel. Het inzetten van een week vakantie, op een luimige wijze, onder venten. Tijd is een conventie. Het is mij ook al overkomen dat ik om 7u ’s ochtends tijdens de Gentse feesten nog een glas bier binnen sla op de Vlasmarkt, vooraleer mij in de Irish Coffee’s te smijten. En ja, als ik dan naar huis stap durf ik er ook nog eens een hamburger met uien en mosterd tegen smijten. Alles voor 10u ’s ochtends.
Beetje vent doet daar niet moeilijk over. Doet het ook niet elke dag, en ziet er zeker geen structureel gegeven in. Wij pakken dat soort dingen met wat luciditeit, zelfspot en de goesting van het moment. Met een beetje branie toch ook, durf jij? Ik wel.
Onze helden stonden dus te genieten van hun ochtendlijk avontuur (Twee jongens nemen het vliegtuig), toen daar ineens een boze vrouw tussen kwam. ‘Maar allez, Michel, dat meent ge niet! Als ge zo gaat beginnen gaat het rap gedaan zijn, dat is toch nergens voor nodig, etc., etc…’ U kunt allen aanvullen, want u hebt uw moeders, eega’s of vriendinnen dat ongetwijfeld ook al een keer horen zeggen. Onze Michel keek, zuchtte, pakte dienblad en pils op, en ging een eind verder staan, om van het gezeik af te zijn. Ze bleef echter volgen. En het strekte de man tot eer. Hij bleef onverstoorbaar verder eten en drinken, en babbelen met zijn vriend. Een eik. De vrolijke sfeer was weg, dat wel. En toch heeft hij ze ooit graag gezien, en zij hem allicht ook.
Vele vrouwen zijn diep in hun hart eigenlijk bonsai-kweeksters. Maar dan lichtjes anders. In plaats van een klein boompje met veel geduld om te vormen tot een mini-boom (wat ze helaas maar al te vaak proberen met hun kinderen), proberen ze het met hun man. Ze zien een prachtige eik, met een geweldig mooie uitstaande kroon, prachtige knoestige takken, brede stam en bast, goed geworteld in de voor de eik zo vertrouwde grond. Die moeten ze hebben! Daar gaan ze werk van maken.
En dan leggen ze het geduld aan de dag van de echte grote bonsai-kwekers. Snoeien, omvormen, anders voeden, bijsnijden, miniaturiseren. Het is een levenswerk, en het maakt niet uit dat het resultaat nooit helemaal af zal zijn, “‘T is immers een levend wezen…”.
Hoe gaat dat in zijn werk? Wortels moeten eerst ingekort, en dan in andere grond. Een voorbeeld : ” Ik weet niet goed wat gij aan de café vindt, het stinkt daar, ze geven slechte wijn, de muziek staat te luid en dat zijn allemaal boeren.” Dat dat het café is waar manlief al sinds zijn vijftiende met de mannen van de scouts zat, dat heeft allemaal geen betekenis. Hij moet uit dat milieu gehaald worden, met al die slechte invloeden, herinneringen aan vroeger, schimmen van ex-lieven die toch aanwezig blijven, verleidingen allerhande kortom.
“Maar neen, ik vind dat niet erg dat ge een pintje gaat drinken met de vrienden, maar doet dat ergens waar het plezant is, en waar wij ook soms eens kunnen zitten. Voor je’t weet zitten ze aan een tafeltje, in een tea-room of brasserie. Twee, drie koppeltjes, de venten aan’t bier, en de vrouwen aan de witte wijn.
Levensgroot dilemma voor de mannen. Hun ‘pintritme’ wordt onderbroken. Ik leg het even uit. Venten ondereen drinken pintjes. Het ritme waarop ze dat doen wordt bepaald door zowel de traagste als de snelste drinker. Het is zoals de menstruatiecyclus van bonobo’s in groep. Dat aligneert zich. Na drie, vier pinten is er een groepsritme, waarbinnen iedereen meehijst. Zonder te oordelen. wie zijn glas leeg heeft en ziet dat ongeveer de helft van de groep ook droogstaat, die betaalt. Geen gezeur, geen overpeinzingen, vooral ook geen bierbitterende opmerkingen zoals ‘amai, wij trekken er nogal aan door’… In sommige meer diverse gezelschappen is er ook nog de techniek van het tussenpintje, maar dat komt in een andere blog nog wel aan bod.
Terug naar onze knapen aan het tafeltje. Miserie en tactiek halen de bovenhand. Het pintritme wordt immers niet aangehouden als er dames wijn zitten te nippen. Het zou perfect kunnen, maar het gebeurt niet, omdat er, vanaf glas twee, opmerkingen komen, over hoeveel en hoe snel en of ze nog wel een zouden willen, en of ze misschien niet zouden overschakelen op iets anders.Dat is niet leuk. Vinden veel mannen.
Ze kunnen perfect 1 on 1 om met een wijn- of waterdrinkende partner, en zelfs zonder noemenswaardige problemen inschuiven in het tragere zwelgritme, maar van zodra er meerdere mannen rond een tafel zitten is het toch moeilijk. Daarom zie je ze ook overschakelen op grotere volumes. Het wordt een uithoudingswedstrijd. Zo lang mogelijk nippen zonder leeg glas. Nen drieëndertiger is dan toch altijd 8cl meer. En pak dan een bierke waar wat ‘beet’ op zit, een trappistje of een duvelke, dat remt ook af.
De bonsaikweekster ziet de domesticatie aan, en is blij. ‘die van mij kan zich gedragen, hij zit er proper bij’. Die van haar wil eigenlijk niets liever dan in een zweterig, rokerig rokershol rechtstaan en pinten drinken… Maar fase 1 is achter de rug, verpotten in andere grond, met aangepaste zuurtegraad.
Benieuwd naar de andere technieken? come and see next time, ik heb er nog wel wat…(oh, ja, voor ik de vrouwen op mijn nek krijg, Het valt niet uit te sluiten dat mannen ook hun lompe technieken hebben om te proberen hun bloem van een onafhankelijke vrouw (want dat willen wij immers allemaal! tot we ze hebben) onder de knoet te houden, maar dat valt buiten het bestek van dit verhaaltje.