U weet dat niet, maar ik neem regelmatig het openbaar vervoer. Ondanks alle twitter geneuzel vind ik dat dat meestal erg goed meevalt. Je hebt al eens wat vertraging, maar dat is niet zo erg, meestal kun je gewoon ergens doorwerken, iets lezen, wat drinken. Het heeft er misschien ook mee te maken dat ik graag in stations en luchthavens rondloop. En allicht is de belangrijkste reden het feit dat ik het me kan permitteren om buiten de spits te reizen. Bij deze dus nu al excuus voor wie zit te briesen op zijn stoel. Lees verder
Tagarchief: kinderen
Onsterfelijke Helden?
Het nieuwe schooljaar is begonnen. In de kleine Zoerselse community waar ik nogal vaak vertoef was dat dit jaar een iets zenuwachtiger bedoening dan normaal. Een hoop kereltjes zou immers naar de humaniora gaan. De grote school. En ze zouden dat met de fiets doen. De poort naar de echte wereld met al zijn gevaren stond nu wel meer dan op een kier. Lees verder
Levens lust
Hij hoorde eigenlijk nog bij mama en papa thuis. Een frêle jongen, goed gekleed, allicht ook wel lief en zo, maar toch nog te zacht om al voluit in het leven te staan. Te weinig littekens, goed beschermd, en het zou nu niet meer veranderen. Daar hadden mama en papa en nu de vrouw wel alles voor over. Hij zou wel carriere maken, ondanks zichzelf, bij de bank.
Maar dat leven daar stond hij ondertussen wel in. Hij moest wel. Hun zoontje zat tussen hen in en zijn vrouw was druk doende om de wereld te laten zien dat ze een gelukkig echtpaar waren met een lief kind, dat ongetwijfeld zou uitgroeien tot de reus die mama in gedachten had. De papa was ongeveer het blankste canvas dat ik ooit tegengekomen was. Hij las niet, hij sprak niet, hij vertoonde geen emotie. Hij keek ook niet echt naar het kind. De grote leegte. Misschien ging het beter op de hockey…
Ze spraken Frans. Dat geeft niet. Maar het gaf aan het geheel nog net iets meer dat fletse, wat me al van bij het begin tegenstond. Ik verbeeldde me een verkavelingsvilla in Brasschaat of Schilde, de obligate powerbak, donkergrijs allicht, en de navenante, cleane inrichting. Niet dat daar iets mis mee is, ’t is alleen zo voorspelbaar. Even voorspelbaar allicht als in de zonder-haat-straatjes-huizen.
Het kindje, een jongetje van vier, vijf schat ik, was nu al volledig opgetrokken uit ‘old english’ en tweed. Pofbroekjes, débardeurkes en nat gekamd haar, het zat er allemaal nog aan te komen, als het van maraine afhing. Dat zag je zo. In sommige colleges val je daarmee niet op, Da’s dan nog een meevaller.
Het stel ademende de levenslust uit van verlepte sla, maar bijeen zouden ze blijven. ‘Pour la famille, les parents et le petit Thibault’. Ik weet dat niet, ik stelde het me voor. Ik weet wel dat ze elkaar net zo min iets te zeggen hadden als het kind.
En er is een verschil tussen samen zwijgen op café (in dit geval Le Pain quotidien) of samen alleen zwijgen. Hier was’t alleen tristesse, en het glijmiddel, of de lijm, was in dit geval, het kindje. Een zware verantwoordelijkheid voor zo’n dreumes. Hopelijk zou het beter gaan op vakantie, en als de zon scheen.
Nu hing het joch landerig op de schouder van de mama, met een duim in de mond…
Warme Harten
Sociale media: twee woordjes, geen toverkreet. De nadruk moet vooral liggen op het sociale, en een stuk minder op het ‘media-luik’ – en dit in tegenstelling tot wat veel marketeers weleens denken. Lees verder
De Burger, hij waakt
Stenen, werkelijk stenen kloten krijg ik daar van. ‘Sorry voor mijn Frans’ zeggen ze dan in het Engels.
Ouders moeten ’s morgens de kroost afzetten. Dat hoort er bij. Zenuwachtige papa’s, gestresste moeders, Lees verder
Gij moogt mijn vriendje niet meer zijn (Amable column)
Het ouderschap, het is nog nooit eenvoudig geweest, maar het wordt er de laatste tijd niet makkelijker op. De kindjes hebben er namelijk een nieuw pestmiddel bij ontdekt. De schuld? Die van ‘t internet en de sociale media, natuurlijk. Vriendjes worden op Facebook, daar gaat het over, dat schone privilege!
Het nieuwe stigma, of ‘t oude, ‘t hangt er van af hoeveel luciditeit je aan de dag legt. Het ‘vriendje’ zijn krijgt immers een totaal nieuwe dimensie. We mogen meespelen met de pubertruken van onze kinderen. Als we niet sympathiek zijn worden we ‘gedefriend’. Het heeft niets te maken met vriendschap, of wat dan ook, de kinderen hebben ontdekt waar het op aankomt, kennis is macht. En door ons te niet toe te laten tot hun ‘inner circle’, hun Facebook kudde, nemen ze macht af. Erger nog, ze brandmerken ons publiekelijk. We mogen geen deel meer uitmaken van de warme wolk van vrienden die onze kinderen omgeven. We worden voor kennissen, vrienden en familie aan de schandpaal genageld… ‘Hoe, zijt gij geen vriend met uw eigen kinderen op Facebook, amai!’ Het is een geseling, een stigma dat duidelijk is, en slechts door weinigen eervol gedragen. En eigenlijk is dat jammer. Want het is onbetekenend.
Er was een tijd dat ouders het totaal niet ambieerden om het vriendje van hun kinderen te zijn. ‘t Was zo al moeilijk genoeg. Opvoeden, kleden en eten geven volstond. En van wat er met de vrienden en vriendinnen gebeurde, daar trokken alleszins mijn ouders zich bitter weinig van aan. Tenminste, ze hadden ons op voorhand richtlijnen en kaders gegeven waarbinnen onze baldadigheden geduld werden. Die richtlijnen hadden te maken met tijdstippen, met hoeveelheden, met locaties. En heel soms met personen. ‘Ge kunt zien dat ge om 12u thuis zijt, niet zat, en als ik u uit ‘De Mascotte’ moet komen halen of ge zit weer bij die onnozele trien van hier twee huizen verder zal ’t uwen besten tijd niet zijn’.
Duidelijk, misschien niet al te subtiel, maar we wisten wel waar de grenzen lagen. Wat we daarbinnen uitspookten, daarvan merkten mijn ouders nuchter op dat het bij de jeugd hoorde, daar gingen ze zich niet druk over maken, ze hadden wel wat anders te doen, en ze wilden zelf ook nog een leven hebben.
En als ze via-via gehoord hadden dat we weer één of andere idiotie hadden uitgespookt, dan regelden ze dat vlot en kordaat, zonder hun bronnen prijs te geven. ‘Twee weken binnen, ge weet wel waarom!’. Wij wisten inderdaad min of meer waarom en accepteerden, omdat niemand er bij gebaat was om de dingen tot op het bot uit te zoeken. ‘t Kon immers alleen maar erger worden.
Achteraf bekeken was dat was eigenlijk fantastisch. Het sociale netwerk bestond toen ook, maar het was iets duister, niet voorgeformatteerd, of volgens bepaalde regeltjes. Nooit ben ik er achter gekomen hoe en waar mijn ouders hun informatie over mijn wandaden bijeenhaalden, maar ze wisten het wel altijd.
Dat is nu anders, het lijkt er soms wel op alsof we debiliseren samen met onze kinderen. ‘Hoe? ik mag geen vriendje van u zijn op Facebook? En uwe papa wel? ‘ Het is een status sysmbool geworden, een teken dat we goed bezig zijn, en op goede voet staan met onze kindjes,best friends forever of zo. Eigenlijk mag je er toch niet aan denken.
En die kleine etterbakjes weten het zo goed, dat ze er hun ouders mee raken. Net die ene die het eigenlijk goed meent. Die heeft het meestal het hardst te verduren.
Misschien ligt daar ook de sleutel voor een mooie Facebook relatie met uw kinderkens. Trek het u vooral niet aan en doe er vooral niets mee. Niet reageren, niet recupereren, niet ‘liken’, en eigenlijk ook niet lezen. Waarom zou je ook? Om door een moeras van taalfouten te waden en in een existentieel niemandsland terecht te komen waar niets gebeurt, tenzij informeren naar de staat van het ademhalingssysteem? ‘Hey, oewist, asemdenog?’
Want er is eigenlijk niets veranderd in vergelijking met vroeger. Hun leven, hun leefwereld, hun speeltuin. Kinderen voelen haarscherp aan wat hun ouders al dan niet tolereren, en daar spelen ze mee. Ze weten ook dat die ene in staat is om alle clubfoto’s alle zotte chiromomenten te analyseren en daar A+B+C van te maken, daar waar de andere allicht nooit verder geraakt dan ‘ah ja, ik heb u op ne foto gezien met een jongen’. Liever dan tekst en uitleg te verschaffen proberen ze dat te ontwijken, Niks nieuws onder de zon.
Ik heb mijn hele leven slechts één keer iets gezegd op een foto van mijn zoon toen die een gigantische toeter wiet scheen te roken. Daarvan heb ik gevraagd om dat toch eventjes iets discreter te behandelen. De foto werd vervangen door eentje van hem met zijn zus, allebei met sigaretten en een dikke pint. Minstens even aanstootgevend. Ik had het begrepen. Het is een spelletje, laat je er niet in vangen, want het heeft allemaal zo weinig te betekenen.
Help, ongeneeslijk zieke kinderen…
Pas vandaag is het echt doorgedrongen… Mijn kinderen, alle vier, ernstig ziek. Een bijzonder mysterieuze ziekte, vandaar ook dit schrijven, een oproep naar andere ouders, misschien hebben jullie er ook ervaring mee, en hebben jullie wel aangepaste medische oplossingen kunnen vinden. Alle hulp is welkom.
Het ziektebeeld laat zich éénvoudig samenvatten : spieratrofie, partieel geheugenverlies, aandoening van centraalzenuwstelsel waardoor de oog-hand coördinatie faalt, dit alles gecombineerd met selectief chronisch vermoeidheidssyndroom. Niet om te lachen dus, en wellicht helpt een betere omschrijving van de symptomen om mij in de richting van een oplossing te sturen. Het is echt dringend, dus wie kan helpen…
Spieratrofie: de spierkracht van mijn kinderen is beperkt in tijd, het lukt soms nog net om bijvoorbeeld iets op de vaatwasser te plaatsen, maar de extra inspanning om dat er in te zetten, dat wil niet altijd meer lukken. De deur is te zwaar! Het is alsof er maar zoveel kan binnen een bepaalde tijd.
Hetzelfde gebeurt met WC rolletjes. Allicht heeft dat er mee te maken dat alle zuurstofrijk bloed zich dan ter hoogte van de sluitspier verzameld heeft, want de volledige handeling volmaken lukt niet. Vegen gaat hopelijk nog net, maar dat lege rolletje, dat belandt wel op de grond, of soms zelfs in een bakje, maar dan is het ook echt op. De puf om een nieuwe rol (dat gewicht ook!) op de houder te steken, neen, dat gaat niet. U begrijpt dat het als ouder, iedere keer weer als een dolksteek door het hart gaat om je kind te zien lijden. Ze proberen iets te eten, de wikkel valt op de grond, en de pijnscheut in hun ogen verraadt dat ze wel willen bukken om het op te rapen, maar dat het éénvoudigweg fysiek niet mogelijk is. Ik heb echt medelijden, ik wil een oplossing.
Coördinatiestoringen: allicht is het ook door die spieratrofie dat de rest moeilijker wordt. Neen, ik heb het niet over handdoeken of kleren op de grond, dat is normaal bij kinderen en adolescenten.
Ik heb het over simpele dingen, zoals het inschenken van cola, wat niet meer zonder morsen kan. U kunt zich dat ook niet voorstellen hoezeer ze daar zelf onder lijden, messen met choco die op het aanrecht vallen, en waarvoor ze niet meer de kracht hebben om die terug los te trekken.
Ik kan wel huilen bij zoveel ellende, ik had ze dit zo graag bespaard… Wij kunnen ons niet voorstellen hoe pijnlijk het moet zijn om het stuk hout, waar eens een magnum rond hing, niet meer te kunnen tillen, en dat dan uit eerlijke schaamte tussen de zetelkussens te moeten proppen. Die vernedering, het niet meer in staat zijn tot elementaire hygienische leefregels, verschrikkelijk uitputtend, voor mijn bloedjes.
Amnesie: Het moet een hel zijn om als jonge adolescent rond te waren in een huis dat je van a tot z kent, en toch telkens weer te moeten vragen ‘waar staat/ligt dat?’. Gewoon omdat het geheugen niet meewil. Ik heb het over alledaagse gebruiksvoorwerpen hè, stofzuigers, bezems, leibanden, ja, soms zelfs gewoon borden en bestek.
Schrijnend hoe ze dan in zo’n keuken staan, overmand door onbeholpenheid, en zoekend, tergend langzaam zoekend, niet geholpen door enige vorm van logica, maar echt klutsverloren. Beetje ouder huilt dan, bij zoveel ellende.
Ik denk ook dat hun spraakvermogen soms aangetast wordt door datzelfde fenomeen, maar daar wil ik nog niet op vooruitlopen, zolang we maar liefdevol kunnen communiceren, al is’t met gebaren, is er op dat vlak nog veel mogelijk. En ’t blijven tenslotte je kinderen. Of ze nu al dan niet medeklinkers kunnen uitspreken, ik wil daar niet moeilijk over doen, als ze maar eerst genezen voor het overige.
CVS : En dan dat CVS, dat toch ook de kop opsteekt, zij het dan cyclisch. Nooit op avonden in het weekend, altijd op voormiddagen in het weekend. Quasi nooit tijdens uithuizige vakanties, altijd tijdens de schooldagen. Hoe kunnen die jonge mensen nu toch ooit tot een fatsoenlijk leven komen, zoveel handicaps, op weg naar succes?
Echt waar, alle hulp is welkom. Want de goede wil is er, ze komen thuis en gaan echt vol moed voor hun pc zitten, een beetje proberen te volgen wat er bij de vrienden aan de hand is, maar dan onherroepelijk, slaat de vermoeidheid toe, ze moeten gaan liggen. Godzijdank hebben ze nu allemaal een laptop, zodat ze die kunnen blijven hanteren als ze plat gaan, maar ik houd mijn hart vast als die spierziekte ook hun vingertoppen bereikt, wat gaan we dan moeten uitvinden?
Mensen die bij hun kinderen of kennissen hetzelfde hebben ondervonden, alsjeblieft, laat mij iets weten, het zou erg veel voor me betekenen…