Ik Skype niet graag. Ook al weet ik dat je het beeld kunt uitzetten, het is iets erg vreemd, praten tegen je computer. Call me old-fashioned! Maar gisteren was het toch erg leuk. Naar aanleiding van een eerder stukje, over bestellen in de horeca met behulp van je smartphone, was ik in gesprek geraakt op Skype met een van de bezielers van het project. Het zou geen Nederlander zijn , hoor ik u smalend denken. Misschien wel, misschien niet. Lees verder
Tagarchief: Conversation

Facebook, dat is niets voor ons merk!
Beste meisjes en jongens digitale marketeers. Het kan aan mijn leeftijd liggen, maar ik vrees dat het iets anders is. Ik begrijp jullie enthousiasme om sociale media, die grote babbelbox, Lees verder
Over Marketinghoeren en Boeren
Ik ben een marketinghoer, en een aandachtsslet. Wie mij kent, of bezig ziet op de sociale platformen en op de diverse hoogmissen van ons métier, zal dat beamen. Zelf denk ik daar anders over, maar dat doet niet ter zake. Ik weet dat je animo rond je profiel moet houden op de diverse netwerken, anders tuimel je zo de vergeetputten van het wereldje in. En ik wil aandacht, aandacht voor mijn stukjes, die ambachtelijk geschreven zijn, en waar ik best wel trots op ben.
Onlangs ben ik mijn absolute antipode tegengekomen. Een kaasmaker uit Salzburgerland. Hij werd ons aangekondigd als een jonge boer, die erg succesvol bezig was, hoog op de alm, met een kaasmakerij.
Wat we te zien kregen was een helder uit de ogen kijkende, getaande alpenkop, die met een mok koffie en een sigaret voor zich, met nauwelijks verholen afgrijnzen keek naar het stelletje ‘journalisten’ voor hem.
Hij had een pracht van een uitbating, en dat zeg ik zonder een zweem van ironie en ik som even op wat hij op de verschillende locaties als didactische uitleg meegaf.
In de kaasmakerij : “Dit is de kaasmakerij, als u vragen hebt, dan luister ik.”
In de winkel : “Hier verkopen we kaas, boter en spek. Proeven?”
Bij de ovens : “Het rookt omdat ik spek rook, dat gaat niet zonder rook”.
In de kelder: “Mijn kazen gaan bijna kapot van dat geflits!”
Bij zijn toeristenverblijven : ” Het zijn oude, opgeknapte huizen, dat is leuk voor de toeristen”
Hilarisch en juist was het. De man leefde in en voor zijn producten, en al de rest deed er geen zak toe. Hij liep in hetzelfde kloffie rond dat hij al jaren aantrok, gaf zo kort mogelijk antwoord en wilde eigenlijk niets liever dan dat we zo snel mogelijk opkrasten, en hem lieten verder werken.
Was hij onvriendelijk? Neen. Hij had alleen geen zin om zich met bijzaken bezig te houden. En zo hoort het. De kaas was verrukkelijk, de koffie was lekker en ik durf te wedden dat er aan de uitbating van het hof ook niets verkeerd was, alles zat vol, en het ontbijtbuffet zag er heerlijk uit. Meer moet dat niet zijn. Word of mouth, storytelling en conversationmanagement, his way.
English blogpost ‘on request’, translation of ‘Twitter, the new Farmville’
I received a hatemail. At least it looked like one. With some imagination, it reminded me of a schoolyard brawl.
I had just finished some Twitter follower cleaning-up. Contrary to popular belief, i think it is necessary to do so. It get’s messy otherwise. I agree on ‘the more the merrier’ but still, ‘ortnung muss sein’.
I don’t particularly relish the idea to go in , knee deep, and crawl through thousands of tweets to find something useful or remotely funny.
Via managetwitter, it was a piece of cake to remove like 200 or more ‘not so very active, or simply impolite’ (impolite because they don’t even have the politeness of following you back) twitterati from my list.
With hindsight you could also say, that performing this kind of operations every once in a while allows you to reflect on your (or my) expectations of twitter. That’s not too bad as an idea.
Shortly after my cleaning up, i received a mail from someone stating ‘you unfollowed me, i will do the same to you’. I let you imagine the way in which he/she stuck her tongue out to me and made naughty gestures. It’s all in the mind.
I wasn’t aware of the fact that it was actually a pissing contest? How stupid of me. It changes the rules of the game, of course, if it is a game at all.
Personally, i don’t see the merits of having an enormous flock of followers. Just like with viral campaigns, the driver in all this should be the quality of the content, and not the other way around. and quality can be defined in many a way.
To me it’s all about two things : Content and the mild smile. Added value, if you want.
During the Tour de France, i like to follow Lance Armstrong or Robby McEwen. At this particular moment, they tell me nothing of interest. I’m not interested in their training labour, their children, their girlfriends or wives, no not even the Armstrong charity work. so i am simply not following them. I’m quite sure, they’re ok with that.
I love to follow guys and gals who tweet in an artistic, even absurd way, without adding something to the business. I like to follow the personal problems and struggles of my real life friends, without compromise, even indulging in the whining, the misspellings, the utterly boring description of their renovation works. Because they’re my friends. Unconditionally.
To all the others, the rule is simple : ‘amaze me, entertain me, surprise me, teach me, help me ‘. The one thing i didn’t mention is ‘bore me’.
I don’t need to know about your struggle to find the sun shining out of your arse. I know it is hard to get out of bed, you don’t have to specify it every morning. I don’t need morning greetings and shoutouts. I don’t even want to know in which restaurant you are, unless you add that they have excellent wines. I don’t want to see the pictures of your newborn sprogs, moreover, they all look the same (yeah sorry to spoil the myth, yours isn’t particularly more beautiful than all the others, but you are entitled to your pride! I know what i am talking about, i had four).
This doesn’t mean i am not interested in your observations, on the contrary, but give me balance, humour and/or insights.
Even in the professional field, i have some issues. allow me to explain.
Whomever in our business who isn’t aware of Mr Guy Kawasaki (pro or con is of no importance), who doesn’t know Mashable, and who doesn’t follow a certain number of self proclaimed guru’s, doesn’t take his job for real. And i am serious about it. The tools are there, ignorance isn’t an option.
To all of you, who constantly retweet their tweets. Stop it!
You’re only trying to impress on the ‘minus habenses’ (latin for intellectually challenged) of this world.
Me, being a big fan of the Darwin Awards, i would like this to stop. Stupidity can be wielded out if we all do an effort and stop educating the not so gifted ones.
If you have something useful to add to their observations and/or whitepapers, please do, under acclaim and wild appreciation. At least it looks at that moment you’re engaging in the conversation (seems to be a trending word, you get extra credits in using it). If it’s just displaying your ability to read and copy, refrain from it! Seriously…
Retweets should be diamonds, beautiful observations, rich reflections, a sign of appreciation. anything but crawling up someone’s ass. Share, not slime.
Oh, and before i forget it, there is no, absolutely no added value in little lists, 5 things that, 7 reasons to, 20 rules of ROI, 56 ass remarks… just don’t do it, and don’t retweet it.
How about agreeing on these simple principles? It’s not about new little friends on the schoolyard, it’s about content, and added value… Now carry on… please.
Conversatiekramp
Eerder verschenen in het Engels op De conversation Manager
Het begon onschuldig. Iemand die kritiek had over een videostreamer op de site van StuBru. Je moet weten dat wij die site ontwikkeld hebben en het zo’n beetje het paradepaardje van het agentschap is. De man in kwestie vermeldde er in één adem bij dat de BPM niet goed zaten, en eindigde met: ONE #fail.
Wie een beetje vertrouwd is met de twitterati van deze wereld en #fail in één adem met de vermeende naam van zijn bedrijf leest, weet wat dat doet met een mens. Koortsachtig ging ik op zoek naar de ellende die een fail waard was, en in mijn angstdromen natuurlijk epische proporties zou gaan aannemen. Nog voor het einde van de avond zou ONE een trending topic worden van de verkeerde soort, en alle marketing inspanningen van de afgelopen zes maand zouden voor niets blijken.
Ik vond het filmpje, maar kon er niets verkeerd aan ontdekken, niet in het minst omdat het muziekgenre niet echt meer het mijne is (te oud, te grijs, u kent dat).
Dan maar de confrontatie aangegaan, en ondertussen een aantal van onze developpers in de hoogste staat van paraatheid brengend. Ik stuurde een tweetje naar de wraakengel die alles in gang gestoken had; @awaumans (er is ook geen reden om de man niet te vermelden, five minutes of glory, ze zijn er voor iedereen, en eigenlijk heeft hij me een dienst bewezen en hebben we er nadien ook nog kunnen om meesmuilen), met de vraag om iets explicieter te zijn met betrekking tot de fail, en ik kreeg iets later een antwoord waardoor ik me meteen een minus habens voelde,… ik moest immers toch ook horen dat de beats per minute (ja, hij was zo beleefd om het voluit te schrijven, feilloos aanvoelend dat er hier een oude knar in’t spel zat) niet juist zaten.
Nog nooit in mijn leven heb ik verlegen gezeten om een antwoord, en nu deed ik datgene waarvoor ik elke ‘client representative’ door de telefoon sleur en heelhuids opeet. Ik beuzelde iets in de zin van “We kijken het na”….
“We kijken het na”, het watermerk van de incompetentie, het onvermogen om zinvolle antwoorden te geven aan je klant. Als de dood ben ik er voor. Als je beslagen op het ijs komt voelen mensen dat en zijn ze tevreden met elke inspanning, maar “we kijken het na”, just doesn’t cut it…
Mijn paniek groeide met de minuut, temeer daar onze jongens ook niet meteen een antwoord vonden. Meer nog, ze vonden zelfs geen fout (want dat moet dan weer wel gezegd worden, qua eigenlof, het development team bij ONE houdt niet echt aan kantooruren).
Terwijl ik van mijn kant tijd stond te rekken en mijn organisatie eigenlijk discrediteerde door nietszeggende antwoorden te geven binnen het publieke forum van een twitterstream (analyse post factum) werd er van de andere kant koortsachtig gezocht.
Met één oog op mogelijke retweets en uitbreiding van het ‘schandaal’ en het andere strak op de telefoon gericht, kreeg ik een voorsmaakje van waar communicatie managers bij NMBS, Telenet, en andere Belgacoms waarschijnlijk dagelijks mee geconfronteerd worden. Niet leuk. In mijn geval : conversatiekramp.
Plots kwam de verlossing, en ook de vloek. De ONE Sloeg niet op ONE Agency maar op het gelijknamige nummer van de Swedish House Maffia. Een mij totaal onbekend, maar blijkbaar hip groepje. De hoon van de developpers werd nu gelinkt aan het hoofdschudden van de alexander waumansen (DJ & parttime geek) van deze wereld… Wij konden er niets aan doen, ik had stennis en amok voor niets gemaakt…
Licht huilend heb ik de bedstee opgezocht, overtuigd van het feit dat ik de digitale generatie ontgroeid was..
En toch, en toch, ik heb het gezien, ik heb gereageerd, ik heb mijn organisatie in werking gekregen, en het misverstand is uit de wereld geholpen. ergens heb ik de lesjes dan toch goed begrepen? Of niet?
Wat mij stoort aan conversaties
Stumble upon, een prachtige “timewaster” tijdens lunchpauzes en dode momenten waarop je niet echt iets wil aanpakken en toch wil doen alsof je bezig bent het internet in al zijn facetten te ontdekken.
Ineens val je op een cartoon. Zie hiernaast. Niet echt grappig, niet echt slecht, hij geeft een soort tongue-in-cheek-moment waar ik wel van hou. Bekijken en verderklikken. Tot mijn aandacht getrokken werd op ’78 reactions’…. 78, op één f#@%* cartoon?
Toch even kijken wat er aan de hand is.
Het begint zachtjes, met wat toevoegingen, grappige opmerkingen zelfs, wat misverstanden, en zelfs goedbedoelde ingrepen van de auteur, die de juiste toon houden, licht, en mild.Hij converseert dus met zijn publiek, om het in vaktermen te zeggen.
En dan barst het los. Econazi’s, compleet humorlozen, azijnpissers, you name it, het voelt de noodzaak om een reactie te geven. Of het nog iets met het onderwerp te maken heeft, doet verder niet ter zake, “we are voicing our opinion and that’s our goddamn right!”.
Voor mij niet gelaten, maar je wordt er zo moe van… Ik heb het zelf ook al een paar keer mogen meemaken, dat ik op bepaalde , licht badinerende stukjes reacties krijg die zo uit de lezersrubriek van het HLN lijken te komen, of dat er ellenlange tirades komen op een facebook status. Het is niet storend, maar het verwondert.
En ik kan het niet helpen, maar als oude grijsaard, merk ik dan mild op, dat we ’t weer eens een beetje aan’t verkloten zijn (pardon my french). De geloofwaardigheid van de direct mail, in de jaren 80, met de terreur van de Vögele receptuur. De telemarketing nadien, vanuit het perspectief van de ‘heilige leadgeneration’. Eerst de gewone consument het leven zuur gemaakt tijdens het avondeten ‘want dan zijn ze zeker thuis’… nadien overgekalkt naar B to B omgevingen om daar iedereen het leven en het werken te beletten. Natuurlijk komt het nadien weer goed, blijkbaar moeten we eerst toch even door een exces fase gaan, voor de regulering en het begrip er doorkomen, dus eigenlijk moet ik me er niet eens druk om maken…
Nu zijn we bezig met ‘luisteren naar ons publiek’ en het opzetten van ‘meaningful conversations’,… verbluffende inzichten!
Oh, ik kan er niet aan doen, maar ik denk dat lang, heel lang geleden, een wijze man, David Ogilvy, en nog niet eens zo’n slecht communicatiebeest eens gezegd heeft ‘The consumer is not a moron, she’s your wife’. Dus zo nieuw is het allemaal ook weer niet.
Maar in weerwil van alle goede inzichten, whitepapers, eindeloze retweets en herkauwingen van the same old stuff doen we’t zelfde; we ondergraven de geloofwaardigheid van het medium.
Het zal wel in de lifecycle zitten, en het zal zichzelf wel weer reguleren, maar toch.
Denk aan het #carglasszuigt verhaaltje, of het ‘Dry board-farmville meisje’. Een stupide opmerking, of een geintje wordt eindeloos versterkt en uitvergroot, en dan komen de ‘selfproclaimed’ specialisten aan het woord, die ons komen uitleggen wat er nu wel en niet had moeten gebeuren.
Wat er had moeten gebeuren is gewoon gezond verstand gebruiken en perspectief houden…
Twitter, het nieuwe Farmville?
Ik heb een hatemail gekregen. Tenminste, zo kwam het over. Je zou ook kunnen zeggen dat het ruzie op de speelplaats is.
Gisteren heb ik wat orde op zaken gesteld in mijn twitter followers en de mensen die ik volg. Er zijn er die zeggen dat dat niet nodig is, ‘the more the merrier’, maar ik houd het graag overzichtelijk. Ik heb geen zin om door duizenden tweets te baggeren, om ergens iets zinvol op te pikken. Via managetwitter was dat in een handomdraai gepiept, en had ik zo’n 200 niet erg actieve of niet bijzonder interessante ‘twitterati’ verwijderd.
Niet lang nadien kreeg ik een mailtje, van iemand die min of meer zei: ‘jij hebt mij ‘unfollowed’, awel, dan doe ik het zelfde met jou’. De néh, en de uitgestoken tong fantaseert u er zelf wel bij.
Ik wist helemaal niet dat het een spelletje ‘om ter meest was’! Stom van mij. Het is natuurlijk een hele andere insteek. En ik ga er ook niet aan mee doen. Het is toch totaal oninteressant om followers te willen sprokkelen? Net zoals bij het virale is dat een gevolg van de kwaliteit van je posts, of zou dat toch moeten zijn.
Het gaat voor mij om twee dingen: content en glimlach. Added value, quoi.
Tijdens de ronde van Frankrijk wil ik Lance Armstrong volgen. op dit moment ben ik totaal niet geinteresseerd in zijn trainingschema’s, zijn kinderen, zijn nieuw lief, zelfs zijn charity initiatieven kunnen me niet boeien. Ik volg die man dus niet.
Ik volg met plezier absurditeiten, die niks toevoegen aan de business maar doen nadenken over de relativiteit der dingen. Ik volg de kleine huishoudelijke beslommeringen van vrienden en vriendinnen. Zonder voorbehoud, en met inbegrip van taal- en spellingsfouten. Onvoorwaardelijk.
Voor al de anderen geldt: ‘amaze me, entertain me, surprise me, teach me, help me ‘. Wat er niet tussen staat, is ‘bore me’.
Ik heb geen behoefte aan navelstaren over de dagelijkse weerkerende strijd om uit bed te komen, ik geef er geen zak om dat je in restaurant het ‘floeren foefke’ zit, tenzij je me weet te vertellen dat de zwezerik daar uitermate geslaagd is. Ik wil geen baby foto’s zien, echt niet. Wat niet betekent dat ik het totaal niet heb voor observaties, in tegendeel. Maar zoals in alles, moet er balans zijn.
Ook professioneel zit ik met wat issues. Ik leg het even uit.
Wie in ons vak niet weet wie Guy Kawasaki is (voor of tegen, daar gaat het nu even niet om), waar Mashable voor staat, of wie een aantal self-proclaimed guru’s niet volgt, is eigenlijk niet goed bezig.
Wie de tweets van die mensen retweet, wil dus eigenlijk vooral indruk maken op de ‘minus habensen’ (latijn voor intellectuele onderdeur) van deze wereld. Als groot fan van de Darwin Awards, ben ik daar eigenlijk niet zo blij om. Dommigheid moet uitgemendeld worden en niet in stand gehouden. Een warme oproep om dat niet meer te doen.
Dat je met de informatie van bovenstaande aan de slag gaat en daar iets leuk mee doet, valt daarentegen alleen maar aan te moedigen. volgens mij ben je dan aan een soort conversatie bezig (term schijnt in de mode te zijn, levert extra punten op!).
Retweets zouden juweeltjes moeten zijn, pareltjes van overwegingen, uit je eigen netwerk, die je de moeite waard vindt van een overpeinzing. Een teken van appreciatie ook. geen geslijm maar het sharen van inzichten en ideeën.
Oh ja, en de eerste die nog eens afkomt met 10 reasons to, 5 things that, 7 ass remarks to make, die kan het ook schuiven.
Willen we dan zo overeenkomen, dat we dat vanaf nu allemaal iets minder doen om nieuwe vriendjes te krijgen, maar meer bezorgd zijn om de inhoud? Willen we dat dan doen? Prettig weekend.