De zomers uit mijn jeugd

“Kijk, kijk, onze Guido speelt mee in de film”. Het is de kreet die menig gezellige namiddag voor mij totaal om zeep heeft geholpen. Ik was de middelste van drie broers en overduidelijk het kneusje. Brilletje, afgebroken voortand, beetje bleekjes en slim op school. De tijd van de polyester sous-pulls die gedragen werden onder afzichtelijke geblokte hemdjes, en ribfluwelen broeken. In mijn geval ook nog eens bijeengehouden door een veel te zware broeksriem wegens extreem mager… ja, ’t kan verkeren.

Het was mijn jeugd. Een jeugd waarin – naar huidige normen – onwaarschijnlijk veel kon. Een jeugd die gekleurd werd door veel uitstapjes. Wij gingen nog naar Wallonië, stelt u zich voor!  Naar het Hellend vlak van Ronquieres kijken. En de watervallen van Coo. Maar evengoed waren er heerlijke weken waarbij we thuisbleven. Het leek altijd mooi weer en er was “de Ronde van Frankrijk” op televisie. En ‘s avonds werden de etappes, resultaten en incidenten nog eens uitgebreid en lyrisch beschreven in ‘Het Volkske’ dat fluitend verdeeld werd.

Een zorgeloze, onbezonnen tijd, vrij van dreiging en gevaar. Er moet ooit een woord voor uitgevonden worden, zeker in België: het pre-pre-Dutroux tijdperk. Waarbij je lange zomers lang door de straten kon zwerven, met vrienden en zelf geknutselde lunchpakketjes. Er waren geen GAS-toestanden. Als je fruit van een boer pikte – wat we deden – dan moest je gewoon wat harder kunnen rennen. De boer kende je ouders. Ze maalden er niet om. Bij de volgende buurtkermis werd er gewoon een rondje gegeven. Gezond verstand, het is toch iets waard.

Er was al kleuren-tv, zelfs afstandsbediening en we konden zeker 8 tot 16 ‘posten’ pakken, ook Brussel Frans, of Rijsel. Er waren onschuldige, leuke familiefeuilletons. The Waltons, Happy Days, noem maar op. Heel dikwijls ook van die oude films, waarin je groepjes jongens schelmenstreken zag uithalen. Onveranderlijk was daar ook wel een nerdje bij. Al moest het woord nog uitgevonden. Mijn familie vond het vermakelijk om mij dan in koor een beetje uit te lachen. Wij waren warm en hecht, maar dat uitlachen, dat hoorde er gewoon bij. .

Nu nog heb ik er last van. Ik zie een film, ik zie een groepje, waarbij uiteraard ook wel wat aan typecasting gedaan werd… en hopla, ik word teruggeworpen in de tijd. Ik heb er geen blijvend trauma aan over gehouden, en ook geen extreme geldingsdrang, en ik denk met veel warmte aan die zorgeloze tijd terug.

Met mij is het ook allemaal goed gekomen – tenminste, relatief goed.

Geniet van de zomer, uw kinderen en hun kattekwaad, en de koers.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.