U kent dat. Iets te haastig vertrekken van thuis, gehaast naar je afspraak rijden en onderweg beseffen dat je telefoon nog in de lader zit. Als ik op zo’n moment op minder dan 15 kilometer van huis ben, zal ik altijd terugrijden. Deze keer kon ik niet. Ik was net dat ietsje te laat vertrokken, en ik heb een erg grote hekel aan te laat komen.
Hier past een kleine nuance. Ik haat het om zelf te laat te komen, maar het kan me niet zoveel schelen of een ander op tijd komt. Eerlijk gezegd vind ik dat vaak een mooi rustpuntje. Omdat ik meestal mijn smartphone bij me heb en de tijd dus wel nuttig kan besteden. Nuttig, wel ja! Hier en daar een tijdslijn van een sociaal netwerk scannen, wat artikels en blogs lezen die ik opgeslagen had voor later gebruik, of – waarom niet – een blogschetsje neer kribbelen.
Nu had ik mijn smartphone niet bij, en ik heb het geweten. Mijn contact had me telefonisch laten weten later te zijn. Niet gezien. De locatie, niet te vinden op GPS – wegens al lang niet meer geactualiseerd -, pas na veel zoeken gevonden door in de buurt rond te vragen. En dan de onzekerheid. Ik zat daar maar te zitten, en na een kwartiertje begin je toch wel één en ander in vraag te stellen. Maar geen agenda bij, geen telefoonnummers gememoriseerd. En dat is dan nog maar het praktische stukje.
Ik had verder ook niets om handen, kon enkel de menukaart van buiten leren en wat goochelen met borrelnootjes. Keihard slempen met aperitieven, dat geeft namelijk ook geen pas. Dromerig buitenkijken zat er ook niet echt in. Babbeltjes slaan ook niet. Neen, ik geef het grif toe, het leven zonder smartphone is saai.
Je zal dat overigens ook dit jaar weer massaal opmerken. Mensen die over hun vakantieplannen vertellen en daar steevast de kreet achter plakken: “En volledig ‘gedisconnecteerd’! Niks gene Facebook, Linkedin of Twitter, alleen lezen, eten, genieten en plezier maken…”
Ik weet dat ik in deze kolommen al dikwijls gepleit heb tegen ‘oversharers’ en mensen die menen hun hele leven op Facebook menen te moeten zetten. Ik denk dat die mensen een probleem hebben. Maar om vakantie nu meteen te associëren met de afwezigheid van storend internet ‘social media’-geweld. Ik begrijp dat niet. Ik ben ervan overtuigd dat je moet streven en werken naar een evenwichtig gebruik, en dat het belangrijker is dat je tijdens een diner in de ogen van je lief kijkt, dan dat je de foto’s van een schoteltje eten wereldkundig maakt.
Ik ben er van overtuigd dat de Akropolis weinig meerwaarde ondervindt van het massaal gebruik als achtergrond van Facebookkiekjes van de shortjesdragende, tenenslippende medemens, maar om nu alles meteen af te zweren… Waarom? Duidt dat dan niet op een soort stressfactor? De noodzaak om een imago hoog te houden, of continu op de hoogte te willen blijven en snedig uit de hoek te kunnen komen. Niks mis met het opladen van kiekjes voor familie en vrienden, wel met het dwangmatige ervan.
Want dat is inderdaad niet gezond, en dan kun je beter afkicken. Maar als je beseft dat het internet jou niet mist, en jij ‘hen/het’ eigenlijk ook niet, dan is er toch niets aan de hand? ‘Disconnecten’ doe je mentaal, op elk mogelijk moment, en niet door het afzetten of negeren van ‘devices’, want dan is het eerder vluchten en ontwijken. Dat geeft trouwens nog meer stress. En 76.859 mails als je uit vakantie komt…