’t Is gebeurd. ‘Oma zee’, zoals ze door de kinderen liefdevol benoemd wordt, gaat aan het internet. De computer is gekocht, de installatie komt eraan: de miserie kan beginnen.
Begrijp me niet verkeerd, ik ben blij dat ze de stap gezet heeft. Het mens is in de 70 en zelfs het simpele muisklikken heeft ze nooit tot één van haar vele vaardigheden kunnen rekenen. Dat belooft. Windows 8 en zo. Ik vind het wel knap en moedig. Een immer smaller wordend venster op de wereld wordt immers opnieuw een pak ruimer.
We staan daar te weinig bij stil, maar de generatie van mijn ouders, geboren tijdens en na de Tweede Wereldoorlog, is nog volledig ingesteld op fysiek contact en bezoek. Zelfs een telefoontje (geen sms, echt gesproken!) vindt ze maar aan de magere kant. Ze interpreteert het als kinderen die geen tijd meer hebben voor haar, en dus kan ze haar kleinkinderen niet zien. Die treffen immers geen schuld, ook al zijn ze meer dan zelfstandig om verre verplaatsingen naar concerten en festivals te maken. Volgens mij zijn die dus ook perfect in staat om alleen op bezoek te gaan. Maar dat zijn dus haar kleinkinderen, die kunnen gewoon niets verkeerd doen. Wat er ook van zij: mijn mama is een verstandige vrouw. Nu ze ingezien heeft dat bezoekjes niet evident zijn, heeft ze de vijand in huis gehaald: tinternet!
Ik ben blij dat ze nu naar hartenlust zal kunnen Skypen, Facebooken en mailen. Dat ze haar kleindochter in Granada wat meer kan spreken, alles weet over het reilen en zeilen van de Chiro van Destelbergen en dat ze op de hoogte zal blijven van wat de kinderen van mijn broer uitspoken.
Maar ik heb ook schrik dat ze nu naar hartenlust zal kunnen Skypen, Ffacebooken en mailen. Het ouderlijk gezag, waaraan ik me had onttrokken, het naar hartelust posten van scabreuze verhalen, het schunnig commentaar geven en cynisch reageren op status-updates: het is voorbij voor mij. Mijn online leven zal onder een vergrootglas gelegd worden. En haar toorn zal geselend op mij nederdalen.
Zo was ik bijvoorbeeld ooit te zien in ‘Koppen’ over de digitale nalatenschap. ‘Koppen’, dat is televisie, en lag dus al binnen haar bereik. Onmiddellijk na de uitzending kreeg ik een sms: ‘Doe die vuile baard af!’ Verder heeft ze er geen woorden aan vuil gemaakt. U moet weten dat ik geregeld mijn macho-uitstraling tracht op te vijzelen door welig tierende gezichtsbegroeiing, maar nooit als ik bij Oma op bezoek ga. Dan word ik weer die bedremmelde jongen van 12 jaar die weet dat hij allicht wel iets mispeuterd heeft waarvoor een standje op zijn plaats is.
Ik zal feedback krijgen op de meest onverwachte momenten, afkeuring en bijtende commentaren. De kleinkinderen niet: die zijn jong, die mogen eender welke onnozelheid op het net zwieren, dat hoort bij de tijd. Maar ik, ik moet mijn manieren leren te houden. Het opvoeden stopt nooit.
Bovendien lonken er andere gevaren. Denk maar even mee. Laat ik mama toe als Facebook-vriendje? Met het geweldige risico dat ze het verschil niet meteen ziet tussen ‘private messages’ en ‘timelines’? Dat ze ongebreideld commentaar kan leveren op mijn foto’s, en godbetert op mijn blogs, die niet altijd even vrouwvriendelijk zijn?
Mijn mama schreef vroeger lezersbrieven naar Het Laatste Nieuws en Het Nieuwsblad. En dat betekent: wee degene die nog neerbuigende commentaren bij mijn stukjes schrijft. Ze zal u vinden en verbaal afmaken. Twitter ga ik wijselijk verborgen houden voor haar, want dan is het hek helemaal van de dam. Dan rest mij enkel de schaamte van de strenge bekijvende tweets van moeder.
Welkom, mama, in de grote wereldcommunity, mijn leven zal nooit meer hetzelfde zijn.
Waar kan ik haar followen? DAT wil ik meemaken! 😀