Een dorpscafé. Ik kan er zo moeilijk aan weerstaan. Een toog die patina kreeg door morsige glazen, de herkenbare geur van cigaretten en verschaald bier, de troosteloosheid van de lokale dorpsaffiches. Heerlijk is het.
Ik ging aan de toog zitten en bestelde een pintje. Zoals het hoort vroeg de vrouw achter de bar of het een boerke, een ribbeke of een vazeke moest zijn. Met stip in de top tien! Voor mij liefst ribbekes, perfect getapt, lichtjes parelend.
Ze had al meerdere oorlogen meegemaakt in haar taverne. Huid, ogen en handelingen waren de stille getuigen van talloze nachten in het gezelschap van venten die liever hier zaten dan thuis bij hun wijf. Een Vlaamse waardin, goed voorzien van oren en poten, ‘ne stevige achteruit’ en op stiletto’s. Want ’t was zondag.
Hij kwam binnen, en ik werd getroffen door de troosteloze sleep in zijn pas. Ondanks het feit dat het café quasi leeg was, ging hij aan een tafeltje zitten. Alleen. Een beetje triest voor zich uitkijkend.
Ze ging er heen, met een fris getapt fluitje en bleef op gedempte toon even met hem praten. Bezorgd legde ze een hand op zijn arm, en kneep er bemoedigend in. Hij keek even op en lachte flauwtjes terug. Zijn stem klonk aarzelend, gebroken.
De man was oud, ergens achteraan de zestig en gaf een erg uitgebluste indruk. Het verlies drukte zwaar, hij kon niet wennen aan het alleen zijn en zocht allicht de warmte van het café op om te ontsnappen aan de eenzaamheid thuis en het opgeklopt vermaak van de TV. Dat maakte ik er van. Temeer daar de waardin hem zorgelijk bleef aankijken en mij met een blik van verstandhouding aangaf dat ze er mee te doen had. Ik stelde maar geen vragen, dat hoort ook niet.
Na een tijdje tapte ze een vers pilsje. “Hier, nog eentje van mij, ’t is goed dat ge terug onder de mensen komt, ge moet vooruit in uw leven!’. Hij keek haar aan, glimlachte even, bedankte vriendelijk en kort en bleef verder in zijn glas staren.
Het moet wat met je doen, als je je levensgezellin, je vrouw je maatje op die leeftijd kwijt raakt. Weten dat het komt, allicht na een lange slepende ziekte, of met wat geluk heel plots, en zonder lijden. Maar we moeten elkaar niets wijsmaken. Dood en belastingen, ze zijn onontkoombaar. Hoe ouder je wordt, hoe meer je er van doordrongen geraakt. Waarschijnlijk ook net de kinderen op bezoek gehad die het niet kunnen opbrengen om ‘vake’ meer dan eens in de week op te zoeken, wegens carrières en eigen drukke levens met kindjes en allerhande projectjes. Dat gaat zo. En nu was het zondagavond, alleen, met Witse. Hem restte niets meer dan op zijn beurt te wachten op de dood, want rijk van de duiven ging hij niet meer worden.
Ik ging naar ’t toilet, en plots stond hij naast me.
‘Ferm wijf hè jong, ons Nicole,… achter den toog?’ Ik keek hem verrast aan en hij ging verder.
‘Die van ons is een maand geleden gestorven, maar ik ben nog ne ferme vent, en ik peis, als ik hier zo nog een weekske triestig kom zitten doen, da’k wel kans maak om ze in mijnen nest te trekken! Allez, we gaan zien, neen heb ik al, maar ik peis toch dat ik mij ermee ga kunnen amuseren! En dan kan ik mij terug aan den toog placeren!’
Nog een schone avond gewenst.. met deze hint van de onvolprezen @benpittoors
Het verhaal is natuurlijk briljant. Maar die foto ook!
Je schreef zo helder dat ik de geur van het café kon ruiken. Heerlijk stukje dat smaakt naar meer. Je hebt er een abonnee bij!
dank je… als je dat wil is er ook nog een fb pagina waar je fan kan worden, daar komen oude stukjes en nieuwe projecten terecht 😉
You just put a smile on my face – mooi stukje!
Ik lees liever “Just! Guidooohh” dan eender welke kwaliteitskrant!
Waar moet je zijn voor een abonnement?
Mooi, mooi respect!
het doet plezier om zo’n dingen te lezen. Dank je.
Je kunt je altijd abonneren op de blog hè… of fan worden van de JustGuidooohh Fb pagina. Daar gebeurt nu nog niet veel, maar dat gaat zeker veranderen binnen een paar weken 😉 (nu enkel repository van oude blog posts die ik nog wel goed vond)
haha, mooi 🙂
De Jos Ghysen in Guido!
Goed geschreven.
ik heb van Paul Van Cottem al Carmiggelt gehad, nu van jou Jos Ghysen, guess i only need Durnez 😉
Super stukje, G.
Ciao –M.
Leuk!
Ik was al volledig triest aan het worden terwijl ik aan het filosoferen was over hoe nietig ons leven wel niet is. En dan KABOEM! Zo’n zalige wending. 🙂
Mooi stukje!
Dorpscafé, terras, tearoom, … Niets beters om mensen te observeren en verhalen te laten ontspruiten aan je levendige fantasie.
En dan denk je dat je fantasie steeds te ver afdrijft maar al te vaak haalt de realiteit je fantasie in; om je met verstolmming achterover te slaan.
Alweer een pareltje van observatie!
dank je… maar zoals hieronder al gezegd, in alle eerlijkheid, ’t is compleet verzonnen. alleen gebaseerd op perfide werking van een verkeerde fantasie bij de observatie van het mannetje…
zielige techniek.
hoe bedoel je? mijn schrijftechniek? sorry daarvoor dan, en eigenlijk ook wel jammer…
Sorry voor het creëren van ’t misverstand door mijn cryptische repliek, Guido. Ik doel op de techniek van de man in je artikel. Een beetje zielig zitten doen om een vrouw in bed te krijgen. Meer zelfs. Het misbruiken van het overlijden van zijn vrouw. Hoe laag je kan vallen om je lusten te kunnen bevredigen. In dit licht wordt een hoerenloper een respectabel man. Met je schrijftechniek is niks mis. Integendeel.
ok, maar in godsnaam, hold your horses, ’t is volledig ontsproten aan mijn zieke geest, net zoals dat ander verhaaltje over oude liefde. Ik zie oude mensen, verzin een verhaaltje en brei er een ziek, of grappig, of zacht einde aan, in functie van de mood… 😉
Dank voor compliment overigens!
(En als je’t niet gelooft, mijn vriendin was er bij, ze kan getuigen dat er niets van klopt, dat was gewoon een brave mens)
bedankt voor het toveren van de smile om mijn smoel op deze donderdagmiddag.
Graag gedaan, mijn jongen… 😉
Over een paar weken toch ’s opnieuw gaan kijken dan 🙂
Schitterend. ’t Is te hopen voor hem dat het lukt he. De sloeber.
mannen, en hun plannen 😉