Mensen vragen dat soms wel eens. ‘Hoe gebeurt dat eigenlijk dat schrijven?’ of ‘Daar kruipt nogal wat tijd in zeker, altijd opnieuw die stukjes?’
Ik zit daar altijd een beetje verveeld mee, omdat het eigenlijk niet zo is. niet dat ik rot zit van het talent, verre van, maar het gebeurt allemaal nogal intuitief. Ik denk dat ik mijn beste stukjes geschreven heb, half stomend, nog met mijn jas aan, ergens op de hoek van een halfgedekte smerige keukentafel. Gutsend, hamerend op de toetsen van mijn mac. In één gooi, ternauwernood nagelezen. ‘Daar, ’t is klaar, ik zal eens efkes mijn gedacht zeggen’. Nadien attenderen vrienden, fans, en zachte zielen mij op taal- en andere fouten. Simpel zat.
Maar het echte ‘Schrijven’, de Groote Kunst der Letteren, jaaaaah, daar heeft deze jongen wel degelijk systematiek, methode en hulpmiddelen voor.
Soms vind ik het namelijk wel eens leuk om te fantaseren dat ik een schrijver ben. Denk aan de – voor mij – onvergetelijke scene van 37°2 le matin. Zorg zit aan een zuinig verlicht keukentafeltje, in marcelleke, met sigaret losjes in de mondhoek en de fles whisky op de tafelrand balancerend, zijn groot meesterwerk te plegen. Aangezien ik niet over die mens zijn fysieke uitstraling beschik, heb ik een ietwat andere invalshoek. Mijn werktafel moet ook volkomen clean zijn, enige wat in die setting getolereerd wordt is of een schaal groene appels, of een boeket tulpen. De muziek op de achtergrond is een eclectisch mengsel, jazz en klassiek, beetje high brow uitstraling. Mooi glas wijn ernaast. Nog steeds geen letter op papier gepleurd. Graag ook een proper gestreken wit hemd.
Dan de desktop. volledig clean, no clutter. Daar hou ik echt wel van. Zoals plaatje bewijst.

Desktop op kalme momenten
En dan smijten we Ommwriter open. Geweldig programma vind ik dat, en absolute aanrader voor iedereen die geen afleiding kan verdragen. Het lukt mij de laatste tijd ook beter en beter om daar mee te werken, omdat mijn twitterstream zich netjes en prettig ontrolt op het ipad scherm dat naast me ligt.
Daarnaast is het ook zo dat ik op ommwriter het geluid van een oude typmachine kan nadoen, wat u hier even kan checken.
Ik vind dat prettig. Het enige wat ik in die context mis, is het roken. Ik rook niet, maar het schijnt er zo bij te horen. Zelfgedraaide, smerig lekkere sigaretten, die blauwe rook die opkringelt. Tsjonge, ik zou er een linkerlong voor geven om het ook echt lekker te vinden. Nog steeds geen letter geschreven.
En vanaf dan begint de chaos opnieuw te regeren. Want bovenstaand werkt dus eigenlijk voor geen meter. vanaf dan begint de procrastinatie. Even een quote, een stukje tekst, iets opzoeken op google en verdwalen. Of gewoon TV kijken. Vanuit de zekerheid dat het er toch altijd opnieuw uitgulpt als het nodig is.
Het enige wat wel waar is. Het duurt oneindig lang eer ik iets op papier zet. Maar eens de eerste letters aangeslagen, gaat het razendsnel. Om dat te kunnen heb ik twee dingen nodig. De titel en de eerste zin. Vanaf dan lukt het altijd weer. In één keer. Ik loop meestal zo lang op die eerste zinnen te kauwen, dat ik het hele verhaaltje al tien keer in mijn hoofd heb verteld. Ik hoef er niet meer over na te denken tijdens het schrijven, wat prettig is omdat er dan tijd vrijkomt om spelletjes te spelen, en er die woorden in te verwerken die heel toevallig voorbijgedwarreld komen. Extra punten, als het ware.
Als ik één advies zou mogen geven aan mensen die zich ook schrijven willen wagen, maar twijfelen, dan is het wel dat: Gewoon schrijven, associëren, vertellen. niet teveel nadenken. Aanpassen en opschonen kun je altijd later nog doen.
En dan is er nog de kwestie van de inspiratie. Heel eerlijk, die ontbreekt nooit. De bronnen zijn veelvuldig. Ik haal de vier voornaamste aan, in stijgende volgorde van belangrijkheid.
Wandeltochten met Spike. Waar men gaat langs Vlaamsche wegen komt men inspiratie tegen. hetzij de kleinburgerlijkheid, of de heerlijke absurditeit van situaties, maar meestal worden die tochten gebruikt om bestaande verhaaltjes aan te scherpen, situaties anders te bekijken, het voorbereidende schrijfwerk.
Water. Douche en zee… ik weet niet wat het is, maar water inspireert. Het is altijd zo geweest. Oplossingen voor problemen, onderhandelingen, briljante vondsten, ze komen bij mij onder de douche. Nooit in bad, dat is te statisch, te warm. Maar een douche, dat doet het. De zee ook. ‘T is alsof het water in beweging moet zijn.
Drank en café’s. Ok, beschuldig mij maar van alle slechte dingen. Ik drink graag. En misschien soms te veel, maar laat dat dan ook één van mijn weinige zondes zijn. Ik vind dat gewoon lekker. Er is een magistrale scene in West Wing, waarbij de stafchef van het witte huis die onder vuur ligt omwille van alcoholverslaving, vertelt dat hij mensen niet begrijpt die kunnen stoppen met drinken; hij houdt van de klank van ijs in een glas, het geluid van de whisky, en snapt niet dat mensen kunnen zeggen dat ze genoeg hebben. ik heb dat altijd een erg mooi beeld gevonden.
Wellicht drink ik meer dan goed voor me is. Ik denk eerlijk gezegd dat het nogal meevalt, en ik kan niet ontkennen dat het inspireert. Niet altijd het betere werk, maar alleszins wel de meest originele invalshoeken. En als het de volgende dag de herlezing doorstaat heb je meestal een winner. Ook de cafés zijn plekken waar observaties, verhaaltjes altijd opnieuw voor het rapen liggen. soms moet je ze uitvinden, maar de dranklokalen die ik betreed zijn van die aard dat gesprekken met wildvreemden nooit ver achter blijven. Mits een twist worden dat altijd opnieuw mooie stukjes. vind ik.
De grootste bron van inspiratie is en blijft echter de verwondering van de K-woman. Ik ben er niet beschaamd over om te zeggen dat de scherpste observaties en snedigste beelden erg dikwijls van haar komen. Ze heeft op de één of andere manier de gave om zich te verwonderen, niet verloren en dat levert heel erg dikwijls rake ‘soundbites’ op. Opportunist die ik ben, zet ik dan om in teksten. Het is niet anders. Ik weet ook niet of ik daar beschaamd om moet zijn. Ik schrijf ze nog steeds zelf, maar de pieken in appreciatie, tja die kan ik wel duiden. Mijn probleem, niet het uwe…