Ik keek naar zijn handen. De handen die ik kende. Ik wist hoe ze geurden, in vroegere dagen, naar zeep en sigaretten. Donkere haren op de rug en daartussen die enorme zegelring met monogram.
In niets leken ze nu nog op de handen van mijn vader. Slap, levenloos, bedekt met pigmentvlekken en bloeduitstortingen. Ze liggen flauw in zijn schoot. Een schoot van kapotte benen. De kamerjas valt open om een incontinentie luier te laten zien. Het kan hem niet meer schelen. Hij heeft pijn. Hij doet niet meer aan trots en zelfrespect. Een zweem van urinegeur. Nooit gedacht dat je daar tranen van in de ogen kunt krijgen.
Ik keek hem aan. Eindelijk ook recht in de ogen. Ogen die altijd helder en scherp, monkelend de wereld in keken. Hij kon alles en iedereen aan, verbaal dan toch. Nu deden ze me denken aan een oude hond met staar. Moedeloos, niet begrijpend, het kan hem niets meer schelen. Ook de politiek of Anderlecht, zijn club, wat maakt het nog uit. Onverschilligheid. Zijn familie, hij herkent ze niet, hij is er niet mee bezig. De vrouw die hem verzorgt – als het moet tot ze er bij valt – hij heeft er geen goed woord voor. Erger nog, hij verklaart luidop dat hij liever dood zou zijn. Ik zou dat ook liever hebben. Alles liever dan de man die mij alles geleerd heeft op deze manier zien aftakelen. Aftakelen en op een agressieve manier mijn moeders leven tot een hel maken. Ongewild, want hij beseft het niet, het kan hem ook niet meer schelen.
De heldere momenten, een opflakkering van een glimlach. Het is onvoldoende. Hij heeft pijn, hij beseft het soms, hij weet al lang dat het over is.
Ik weet niet wat het ergste is. In allerijl naar het huis van je ouders rijden omdat er iets mis is met je vader, of de machteloosheid bij het langzaam uitdovende kaarsje. De zorgeloze dag waar ze’t allemaal voor deden, hij lijkt verder weg dan ooit.
Zijn handen. Ik zie ze elektrische treinen ineen steken, Stratego stukjes verplaatsen, spelen met ons. Ik zie ze brieven schrijven, parlementaire vragen opstellen, politieke manifesten schrijven, met dat fijne precieze handschrift van hem. Ik zie ze pinten omknellen en speelkaarten vasthouden. Luid plezier maken en feesten. En ik ga het beeld van zijn handen nu nooit meer kunnen vergeten.
Hij leeft nog ja, maar hoe..
En ik ben weggelopen, en schrijf dit stukje op café. Omdat ik het niet kan verdragen, omdat ik het oneerlijk vind, en omdat ik te laf ben om er op te staan kijken, naar de man die ooit mijn papa was.
Hij zal het blijven maar elke dag meer in de herinnering, en minder in het echt.
Ik ken dit Guido, mijn vader die jong een vorm van dementie kreeg en zo belangrijk voor mij was. Een man waarop ik trots was. Een man waarmee ik veel beleefde maar niet meer was wie hij was. Ergens in zijn eigen hoofd verdwaald en verdwenen..
Dit is op Jusd herblogd.
Geraakt…. Zo confronterend en moeilijk te aanvaarden dat je ouders /vader niet meer is zoals je hen/hem door en door kent. Je reactie is heel normaal even weg van de bikkelharde realiteit
Moeilijke momenten die je omzet om zoiets
moois vast te leggen, ik lees en voel de liefde
door dat wat je onterecht laf noemt heen.
Je hoeft niet altijd sterk te zijn, sterkte…
Guido, dit is echt prachtig geschreven, heel aangrijpend!.
Ik ben slecht in die dingen, maar mijn respect voor jou is zo groot dat ik niet anders kan dan even iets neer te schrijven. Ookal is het niet meer dan een cliché, nl. Sterkte…
Nog een laatste keer ging ik bij haar langs in het woonzorgcentrum, voor één keer herkende ze me nog, ze lachte, maar m’n naam, die kende ze niet meer. Ik hielp haar met eten en nadien hield ik. Of even haar zachte rimpelige hand vast. Het was ons laatste momentje samen, 3 dagen later ging ze zachtjes heen…. Nu bijna een jaar geleden, maar ik mis m’n bomma. Ze was niet meer de bomma die speculoosjes en rijstpap met bruine suikere voor me maakte, die bomma, die was al zoveel langer verdwenen….
Sterkte Guido.
Sterkte Guido. Ik had exact dezelfde gevoelens bij de laatste dagen van mijn grootvader, nu ook alweer meer dan 3 jaar geleden. Het blijft scherp in herinnering, ook al heb je liever dat de andere herinneringen overheersen.
Vorige zondag legde ik nog mijn handen rond de het lichaam dat ooit mijn sterke moeder was. De zeer beperkte opflakkering van herkenning in haar ogen, dat ene momentje van weerbaarheid dat plots wegzonk alsof het er nooit was en niet meer zal zijn. Ik snap je helemaal.
Wat mooi… En erg!
Aangrijpend mooi.
Ik heb mijn grootvader en grootmoeder ook zo zien aftakelen. Ik had het moeilijk om hen nog te bezoeken (in de kliniek/bejaardentehuis). Een gevoelen van schaamte omdat je ervan wegloopt. Herinneringen aan de fiere mensen van 20 jaar ervoor.
Ik wens je veel sterkte.
dat is het inderdaad hè… de herinnering aa nfierheid, waar niets meer van overblijft.
het grijpt mij ook aan, getuigt van een groot literaire kunde en héél intense emoties.. Kon ik maar iets doen voor deze treurende man is wat ik nu denk.
Het uitspreken is veel waard. Dank, gemeend.