NIEMAND SCHRIJFT NOG ALLES MET HOOFDLETTERS, TOCH? Op het internet lijkt het dan alsof je roept. Ik vind het fascinerend om te zien hoe bepaalde ‘netiquette’ zich redelijk snel verspreidt en veralgemeend wordt binnen een bepaald medium of een bepaalde groep.
Bovengeschetst is er dus eentje, die al bestaat van toen er nog massaal met email werd gewerkt. Bedenk ook de irritatie die je toen voelde opkomen bij mensen die het hele bedrijf in kopie zetten bij iedere scheef gedraaide bedenking die ze zich maakten. Heel snel begreep men dat het de productiviteit niet echt ten goede kwam, en riepen bedrijven regels in het leven, als het zich al niet spontaan organiseerde, omdat iedereen er last van had. Email hadden we onder de knie, en het heeft maar een vijftal jaar geduurd.
Idem zo met Facebook, waar het accent zich verlegde van nutteloze status updates naar het enkel meedelen van dingen die ten minste voor sommigen een begin van meerwaarde in zich konden dragen. En dat hoefde heus niet altijd om te lachen te zijn. Heerlijk ook hoe snel men er zich rekenschap van gaf dat de “geïdealiseerde droomtoestand van zijn” van tijd tot tijd ook nog eens getoetst werd aan de werkelijkheid… ‘Hoezo jij deed dat, dit weekend? Je was toch gewoon daar…’. Ik vraag me dan altijd af of mensen afleerden om te liegen, of gewoon beter opletten bij wat ze schreven en deden. Wie zal het zeggen.
En toen kwam de nieuwe generatie: snelle interactie op microblogging platformen zoals Twitter. Nog steeds merk ik dat wanneer ‘nieuwelingen’ zich in de arena wagen, ze afgeschrikt worden door de directheid, de snelheid en soms ook de daarmee gepaard gaande ‘ogenschijnlijke’ onbehouwenheid.
Ogenschijnlijk, omdat er niemand op uit is om doelbewust te schofferen of te beledigen, maar 140 karakters lenen zich niet altijd tot wolligheid of breedsprakerigheid. En daar schrik je in het begin wel van. Alsof je je neus in je handen geduwd krijgt. Waaraan ligt het? Aan het flitsende pingpongen, waarbij mensen met verschillende conversaties bezig zijn, aan de verruwing van de zeden. Een beetje vanalles, wellicht. Ook hier ontstonden, als vanzelf, afspraken om ook in dit medium beleefdheidsregeltjes/vormen door te voeren. HT, bijvoorbeeld het tippen aan een denkbeeldige hoed, om een bedankje aan te geven. En zo zijn er nog wel een aantal te bedenken.
En nu is het de beurt aan de beruchte, beroemde, of verguisde location services zoals 4square, waarbij je uit eigen beweging aangeeft waar je ergens bent. Het wordt populairder, er komen meer mensen bij en dan wil het al wel eens fout lopen. Maar wat is fout? Internet cynici zullen wellicht roepen dat je zelf je privacy vrijgeeft en dan niet moet komen zeuren. Maar daarover gaat het niet.
Wat je bijvoorbeeld zag, is dat een paar jaar geleden mensen incheckten en er meteen ook bij aangaven met wie ze zich ergens bevonden. Dat klinkt banaal, maar het is een fenomeen dat je minder en minder ziet. Wie zich daartoe geroepen voelt checkt in, maar hij/zij doet dat niet meer voor iemand anders. Die kan dat zelf beslissen, zelf wereldkundig maken. Zijn privacy, of het gebrek daaraan.
Noem het raar, maar ik vind dat een fijne evolutie, waarbij we stilaan leren om de dingen te gebruiken zoals ze horen gebruikt te worden. Na het exces en het enthousiasme keren we terug naar de rede.