Er zijn zo van die boeken. Boeken die pijn doen, omdat ze zo mooi zijn, omdat ze je doen beseffen dat je eigen schrijfsels nog niet aan de enkels raken van wat je net aan’t lezen bent. Dat doet pijn. Het besef dat je er beter mee kunt stoppen want dat het betere werk al geleverd werd.
Het kussenboek van Arthur Japin is er zo eentje. Ik heb het gisteren in één ruk uitgelezen, wat uiteraard niet de bedoeling is, en ik werd alsmaar jaloerser. Zoveel mooie zinnen in één boek. Ik dacht dat ik bij Tonio mijn portie mooi Nederlands al opgebruikt had, maar dit is ook erg sterk.
En misselijkmakend, omdat je weet dat je dat nooit zelf zou kunnen schrijven, ook al is de herkenning groot. het deed mij wat denken aan sterk ingekookte fond, wat je niet zomaar kan proeven. Want natuurlijk weet ik dat de man prachtige boeken geschreven heeft, en dat je bij iedereen met een bepaald oeuvre wel wat pareltjes kunt terugvinden. Maar zoveel…
Het enige woord van vertroosting dat ik er kon uithalen, zat in de inleiding, waar hij zelf vertelt dat hij die dingen nooit zo mooi kon zeggen als zijn personages. Wat een leuk idee.
Een boek om te koesteren… en een les in nederigheid. En onwaarschijnlijk mooi.
Dan heb je zijn boek ‘Een schitterend gebrek’ nog niet gelezen zeker… in één ruk uitgelezen… prachtig boek!
in één klap twee leestips. Ik moet en zal mijn nieuwjaarsvoornemen van 32 boeken halen dit jaar.
Als je die ervaring eens wil krijgen met een Engelstalig boek, mag ik je dan “Alchemy of Desire” door Tarun J Tejpal aanbevelen? Helemaal dat gevoel. En ik schrijf niet eens.
Ciao –M.
Leuk! Doe ik zeker