Ja, mijn dorp, het is me wat. Amper bekomen van een fantastische viswinkel of een creatieve brillenman, of onze vrouwvriendelijke bakker en hier zijn we weer. Met de Picasso. Een zelfgepromoveerd sfeercafé, voorwaar. Begrijp me niet verkeerd, ik houd wel van de Picasso, maar toen ik er vanmorgen voorbij kwam (ja, met de honden), schrok ik toch even.
U moet weten dat ik voorstander ben van enige couleur locale. Ik vind ook dat je een soort stamcafé moet hebben in je dorp. Cheers, maar dan minder grappig, bij momenten zelfs triestig. Was Cheers eigenlijk grappig? Dat houden we voor een andere keer.
De Picasso in Lochristi dus. Toen ik er – echt waar – twee dagen woonde (in het dorp dan), ben ik er binnen gegaan, op aanraden van mijn zoon, omdat het niets voor jonge gasten was, zei hij. Ik mocht er naadloos uit concluderen dat het dan allicht wel fout genoeg was voor oude zakken.
De Picasso is een café zoals een café moet zijn. Rumoerig, gezellig, druk. Onmiddellijk babbel, onberispelijk getapte pinten, en toen men hoorde dat ik er nog maar net woonde kreeg ik een babbel en een hand van de sympathieke uitbaters, een jong stel met grote horeca verwachtingen en dito werklust. En niet eens ‘gemaakt’, want de man groet me nog steeds als ik voorbij zijn etablissement kuier. Ik ben er sindsdien niet meer geweest, omdat – in weerwil van de aspiraties – ik niet zo graag alleen op café ga in Lochristi. Dat heeft iets zielig. Vind ik.
Wat stoort me dan aan het prentje? Vanalles!
Om te beginnen, het epitheton, sfeercafé? Wie bepaalt zoiets? En waarom is het nodig om dat op de gevel te zetten? ‘Oh, het is een sfeercafé! We zullen er al maar wat sfeer inbrengen van bij het binnenkomen, zeker?’
Ik heb het er vroeger ook al eens over gehad, in verband met de zelfverklaarde lekkere quiches. Laat de consument misschien beslissen? Sfeer kun je niet kopen, hè. ‘T is er of ’t is er niet.
Wat bezielt iemand om dat op zijn gevel te laten hangen? Fijn ook, als je er binnenkomt op een week-avond en er zitten drie verzopen zagen aan de toog. Lekker sfeertje , mijnheer! Een beetje opgefokte, opgelegde vrolijkheid, dat heeft die kroeg niet nodig, die was al meer dan ok.
En dan nog iets, maar da’s dan meer voor de vakmannen onder ons. Het is een Jupiler café. Wie de laatste twintig jaar bier van Jupiler heeft gedronken denkt dan wellicht toch minstens aan een rode kleur en wat misplaatste grapjes over stierenkloten en schuimkragen.
Wie Maes en godbetert Safir of Zeeberg prefereerde, die denkt aan blauw en sterren en diamanten. Maar dit is toch helemaal fout? Tenzij ze natuurlijk van biersteker veranderen, en het binnenkort een Maes café wordt, dan trek ik mijn woorden terug.
Mijn derde opmerking is puur esthetisch. Het schreeuwt. Het doet af aan authenticiteit, het ruikt naar marketing en propaganda van de verkeerde soort. Wie op zoek is naar een juiste kroeg gaat hier niet meer binnen, en ten onrechte. Het is geen bruine kroeg, het is een tof café, waar je voetbal kunt kijken en kletsen, en voor mij is het nu gewoon een beetje kapot.
Spijtig allemaal. Wie nog andere gevallen van sfeercafé tegenkomt, mag ze me altijd opsturen, ik vind het fenomeen best boeiend.
goed verhaal ; wat je schrijft is helemaal juist. hierbij link naar een sfeercafé dat niet moet afficheren dat her een eentje is; je moet maar eens naar Leuven afzakken dan drinken we daar samen een glas of twee. 🙂
http://www.facebook.com/pages/Den-Deugniet/27347491332?v=info#!/pages/Den-Deugniet/27347491332?v=photos
zal ik graag doen, eens de mist opklaart 😉 thxs.
je blog heeft ook iets teveel sfeer momenteel. Ik dacht dat ik ijlde. Het blijken sneeuwvlokjes te zijn…
En ze blijven er op staan… ik vind dat gezellig! 😉