Ik moet meer luisteren naar mijn lief, ik moet meer…

Ik ben nogal betweterig bij momenten. Niet omdat ik denk dat ik het beter weet,  maar meestal omdat ik vind dat het aansluit bij het gezond verstand. Ik denk over bepaalde dingen na, met een zekere en – toegegeven –  bijwijlen onnavolgbare logica, en eens ik daar mee klaar ben, houdt het ook op. Dan is het gewoon zo, dan heb ik gelijk.  Meer dan eens echter niet…

Neem nu bijvoorbeeld die dingen waarmee ze wild beletten over te steken, van het ene gebied naar het andere. Dat is een kuil, met een soort metalen raster over, waar reebokken en everzwijnen niet over kunnen stappen of springen.

Ik heb een enthousiaste hond, die zich door niets of niemand laat tegenhouden. Onlangs liepen we over de Veluwe met dat beest, en ik zag zo’n ‘wildbrug’.  The K-woman advised me not to, maar ik wou toch wel eens zien hoe Spike het er van af zou brengen. Slecht dus… halverwege durfde het beest niet meer voor of achteruit. Mijn verstand ging uit van het temperament van mijn hond, K deduceerde dat iets wat door wildopzieners aller landen gebruikt werd allicht ook wel zou helpen voor een Weimaraner. Zij had gelijk, ik moest het eerst zien. En mijn hond terugdragen… La honte, pour les deux!

Idem dito over  het tijdstip van eten in Nederlandse provinciestadjes. Ik ga er van uit dat dat naar het Zuiden toe verlaat, omwille van siësta’s allerhande, maar tussen België en Nederland kan er toch niet zoveel verschil zijn? The K-woman heeft daar een substantieel deel van haar affectief leven geleid, dus zij weet het… ik moet het ondervinden.  Op zondagavond in Den Bosch, eten om 20u30, en je bent quasi alleen in het restaurant. Die mensen eten om 18u. En om 20u zitten ze thuis, voor de buis, gezellig naar Studio Sport te kijken, neem ik aan. Of de caravan nog een laatste polish beurt te geven.

En onlangs was het weer zover. Fietsen op de Veluwe.  Ik zie dat op zijn Vlaams. Rustig in de zon, en hier en daar wat afstappen, pintje drinken, wat kletsen. Fijn de middag vullen.

Ze keek me sceptisch aan, en vroeg of ik water bij had. Ik had helemaal geen water nodig! Ik pak de wereld, voor mij gaan alle deuren open, ik zou wel water of iets lekker vinden als het mij uitkwam… Maar niet in Holland! Na 30, 40 km fietsen door stoffige wegeltjes, kwamen we eindelijk in een dorpje.

Een soort spookdorp zou ik beter zeggen. Er was een frituur open (of is dat een kroketinstallatie?) en een ijssalon. That’s it! Niks gezellige terrasjes, grote koele pinten en fijne babbelmiddagen. Het leven is lijden bij de kezen, op zondag.

Neen, dan is het in Vlaanderen toch even anders, daar wordt precies aangegeven hoe lang je nog moet rijden eer je iets onder de tand kunt steken. Veel, en veel toffer!

Me like… en ik zal beter luisteren naar mijn lief, echt waar, ik ga het proberen.

3-vaksbanen op trottoirs?

Ik stap erg snel. Dat heeft te maken met het feit dat ik niet bij de kleinste ben, dat ik ook nog eens dagelijks tussen de 7 en de 10km stap met die beesten van mij, en ongetwijfeld ook nog eens met mijn verleden in jeugdbeweging en zo. Mijn kinderen hebben er ook last van. Daarnaast is het ook zo dat ik steeds dwangmatig op zoek ga naar de kortste weg tussen twee punten. Ik ben een teller. Als er twee route opties zijn, zal ik ze systematisch allebei afgaan en tellen via dewelke ik met het minste stappen op bestemming geraak. Ik mag hopen dat u dat fenomeen kent, en me niet bij de weirdo’s catalogeert. Ik vind ook dat de hiel van elke voet net over de voegrand van de tegels moet vallen en zo, en dan krijg je al gauw een hectisch ritme met te grote passen… want het moet passen.

Ik heb me ook altijd prettig gevoeld met beide benen op begane grond. Ik ben niet zo’n fietser of zwemmer bijvoorbeeld, en vliegen lukt al helemaal niet.

Het valt mij op dat ik, als ik een winkelzone nader, problemen krijg met die stapsnelheid.  De mensen beginnen dan ineens allemaal te slenteren, stil te vallen, en dingen te doen, waardoor het in het honderd loopt op onze trottoirs. Zeer tot mijn ergernis, en allicht ook tot die van jullie.  Daarom, misschien een paar simpele regels, zodat we niet genoodzaakt worden om stapvakken te schilderen op onze voetpaden.

Ik haal de topics één voor één aan.

Positie ten opzichte van de vitrines. De snelle stappers blijven het verst verwijderd van de vitrines, zelfs als het regent. Ik doe dat altijd, omdat het de kans minimaliseert dat ik tussen u en de vitrine geplet wordt, en omdat het mij toch niet erg interesseert.
Zou u dan wel de aimabiliteit willen hebben om uw positie aan te houden en niet onverhoeds achteruit te stappen, het eigen spiegelbeeld aanbiddend en mij daarmee tussen de tramsporen duwend?

Daarover gaat het namelijk, Vloeiende voorspelbare bewegingen, die het ritme van de passanten niet doorbreken.  Belangrijk ook, richting.  U beweegt in een bepaalde richting, blijf dat aanhouden. Besef dat er mensen achter en rond u lopen, die ook een richting hebben, en als u begint af te wijken, dan hindert dat. Het hindert de inhaalbewegingen, het hindert conversaties, het is vervelend. Voor beginners: Probeer  gewoon parallel aan de stoeprand te blijven, dat maakt inhaal manoeuvres éénvoudiger.

Schoeisel. Zeer belangrijk. Doe die schoenen aan waarvan u weet dat u er mee kunt stappen. Het lijkt triviaal, het is het niet. We hebben u wel al gespot, met de hoge ‘glass heels’, tussen de vrouwonvriendelijke stenen. U kunt het niet. Doe een éénvoudige mocassin aan in de Veldstraat en spaar de glass heels voor de lucratieve bezigheden in de vitrine.

Onverhoedse bewegingen zijn te mijden. Zigzaggen is vervelend voor de achter- en tegenliggers, start & stop is ergerlijk, plots omdraaien is al helemaal uit den boze. Houd er rekening mee dat u dat binnenkort een gulp warm brouwsel op het chemisierke oplevert, als we met zijn allen  met de kartonnen bekers van de Starbucks gaan rondzeulen hier in Gent!

Parafernalia. U hebt in Sex in the City gezien dat het erg lekker is om met verschillende tasjes uit de boetiekjes te zeulen. Dat ziet er zo heerlijk ‘urban succesful’ uit. Leer er dan ook mee lopen. Alles heeft te maken met perspectief en inschatting. Denk gewoon iets verder dan uw eigen persoontje. Het is uitdijnend. Net zoals Paraplu’s. U mag dan een hottentot zijn, weet dat uw paraplubaleinen telkens rakelings langs mijn ogen passeren. Dat is niet fijn. Ik woon daarboven.

Uitslaande armen is ook zoiets, dat kan gemeen pijn doen, een neerwaartse zwier ter hoogte van het kruis van een man van gemiddelde lengte. Wij houden daar niet van. Wees u bewust van uw omgeving. En leer het ook uw hondje. Hou het kort, en dicht bij u. Ik weet waarover ik het heb, ik heb er twee en ze zijn groter. De opties zijn duidelijk. Best van al neem je ze niet mee, als het toch moet, besef dan wat het met zo’n beest doet, en met de mensen errond, die zo’n natte neus in hun kruis niet steeds leuk vinden.

Finaal, de manoeuvers. Zoals in elk rijexamen, zijn de manoeuvers het belangrijkst. Gouden regel hier : de hoek van de drukke winkelstraat verbergt meestal een andere drukke winkelstraat. als je dus heel kort door de bocht scheurt, dan riskeer je botsingen. neem de bocht ruim, en kijk. Kijk! Altijd opnieuw sta ik versteld van het aantal mensen dat gewoon in alle richtingen zit te kijken behalve de stap-richting. Mocht je dat in de auto ook doen, dat zou grote problemen opleveren. Hier rekenen jullie er op dat die andere wel uit de weg zal gaan, met respect voor jullie contemplatieve ‘mood’. Wel ik dacht het niet. Ik blijf staan tot u tegen mij opbotst in zo’n geval, liefst van al met een ijsje vooruitgestoken zodat u er ook nog eens een tactiele gewaarwording bij krijgt. Wanneer u beiden innig in discussie bent, ontslaat het u niet van de elementaire beleefdheid om zo heel af en toe eens mee te denken naar de beste oplossing voor het mobiliteitsprobleem. Iedereen wil vooruit, jullie zijn een bewegend obstakel. En dus vervelend.

Dat wou ik gewoon even kwijt.  als iedereen dat nu gewoon doet, ziet het er op slag een stuk simpeler uit in de winkelstraten.

Zurig gebourgeoiseerd

“Hij gaat toch niet kakken?” Met deze licht enigmatische en alleszins onverwachte vraag werd ik vanochtend begroet door een ‘fijn’ mens. De mens in kwestie was bezig met afkuisen van de onderkant van zijn auto. U hoort het goed, de onderkant! Met een borstel. Vanochtend, weet u wel, na sneeuwgisteren en zo. Zijn wagen – en die van het wijfje waren beiden smetteloos aan de buitenkant, maar die onderkant, tja… met dit weer, je kunt er niet genoeg mee bezig zijn. Ik liep met de honden door één of andere chique villawijk waar de straten – sorry, de dreven – klinken naar vogeltjes of inheemse bloemsoorten. Op weg naar het bos.  Om te laten kakken zeker?

Ik heb een erg ambivalente houding tegenover honden. De meeste dierenliefhebbers, zijn daar licht fascistoïde in. Mijn eigen moeder zegt heel vaak : ‘wie niet graag dieren ziet, ziet niet graag kinderen’. Het verband ontgaat mij totaal.  Het leuke aan kinderen is dat je maar een beperkte tijd hun gevoeg moet opruimen, en dat er minstens een illusie van evolutie in aanwezig is.   Bij honden is dat toch veel minder het geval.

Ik hou van mijn honden, met de nodige bedenkingen; ik vind ze niet braaf, niet proper en al helemaal niet intelligent. Degene die daar mee afgekomen is, had zichzelf als maat van alle dingen gezien, en heel snel licht overtrokken conclusie getrokken met betrekking tot de trouwe viervoeter die hem vergezelde. Maar laat er geen misverstand over bestaan ik hou van mijn honden. (ik gebruik de vetjes om te vermijden dat ik straks van die HLN commentaar krijg dat ik niet waard ben om een hond te hebben, als ik er zo over denk. I beg to differ)
Ik kan me perfect verplaatsen in de ergernis van mensen die het niet leuk vinden om hun kwijlbek in het kruis geduwd te krijgen, of enthousiaste voorpootafdrukken op hun kleren niet echt zien zitten. Ik vind dat overigens zelf ook niet fijn, en ben niet te beroerd om mijn beesten een knietje te geven als ze’t proberen. Ze doen dat dus ook nooit (bij mij).  Een hond is gewoon een smerig dier dat toevallig in huis mag rondlopen, anders noemden we het gewoon varken. En neen, ’t is niet omdat het ‘nen braven’ is, dat het beest te vertrouwen is.

En dan die drollen! Ik heb zelf het land aan hondendrollen. Ik wou dat er een afstandsoplossing voor bestond.  Ik moet er alleszins van kokhalzen, wegens ronduit smerig. Ik heb dus ook netjes van die kleine zakjes (wat heet, in mijn geval kun je spreken van industrieel afval) om het op te ruimen. En hier hoort nu een kleine nuancering, die ons terug op  het spoor van ons verhaal gaat brengen, want we wijken af.  Ik doe dat in dorpen, steden, parken, aan zee en op straten. ik ben veel minder geneigd te doen in bossen, duinen, weg van de wandelpaden.

Daar, ik heb het bekend! En heel eerlijk, als het winterlandschap verandert in een bruine moddersneeuwpap en één van mijn honden zit in een goot zijn metabolisme op peil te houden, dan vind ik dat ok. Vanochtend regende en dooide het. Heel hard.  En dan krijg je zo’n vent in een villa, die bezorgd is over mijn honden en hun uitwerpselen, nog voor er iets gebeurd is. Daar krijg ik het van. Er ging ook niets gebeuren.

U kent die villa’s overigens, ze kappen er de tristesse binnen per X5 en de cosmetica is alomtegenwoordig, en dan heb ik het echt niet over de  fond de teint van de dames.

Enfin, ik ben altijd redelijk vrolijk als ik er op uit trek met die beesten, het impliceert immers dat je er tijd voor hebt, en dat is altijd fijn. Ik had me eerlijk gezegd ook verheugd op een lange wandeling, alleen met wat overpeinzingen. Dus antwoordde ik naar waarheid en al lachend dat die van mij goed opgevoed waren. Het antwoord kwam prompt en brommend :  “Ja, Ja, ’t is hier altijd iets met die schijtbeesten”.
De finesse van de man was ongelofelijk. En al helemaal, wetende dat hij in een quasi doodlopende straat woonde. Echt niet de hondenavenue naar het paradijs.

Helemaal duidelijk werd het mij toen ik iets verderop een klein plakkaat ontwaarde. Je moet je voorstellen dat we hier spreken over een huis dat temidden van de bossen ligt, een tuin omzoomd met een dubbele rij haagbeuk én een afsluiting, gevolgd door een gracht en een kleine grasrand. En daar krijg je dan zoiets. ‘dit is geen hondenwei!’ Je zou van de weeromstuit toch je beesten leren om precies daar hun gevoeg te doen?

Enfin, to zover deze bespiegeling… verder alleen maar zinvol omdat ik lekker kon door razen over honden, sorry als ik ontgoochelde