Toiletiquette

Als kleine zelfstandige ben ik één en ander gewoon. Ik ben flexibel, doe niet moeilijk over werkomstandigheden, deadlines, zelfs karige betaalvoorwaarden. Het voordeel om over je eigen tijd te beschikken en van thuis uit te werken, het is immers zoveel waard. U kent het allemaal wel.

Soms is het echter ook leuk om in een team te werken, intra muros bij een echt bedrijf. Er is één ding dat ik echter uit het oog verloren was doorheen de jaren. De luxe en het comfort van een eigen toilet. Het klinkt banaal en het is het ongetwijfeld ook, maar het moet mij van het hart. Thuis met het katabolisme bezig zijn geeft toch een heel ander gevoel dan in een groot bedrijf, waar ik nu mijn productiviteit botvier. Het heeft wat te maken met privacy, onder andere, maar ook met beleefdheid.  Ik heb het er lastig mee, en het ligt echt niet aan mij deze keer. Bloednerveus word ik er zelfs van, en ik ga dat nu voor eens en voor altijd uit de wereld helpen. Regeltjes moeten er zijn.

We gaan chronologisch te werk. In bepaalde contreien noemen ze een toilet: het gemak. Jonge vaders, overal te lande, kunnen zich daar iets bij voorstellen. Het is de enige plek in huis waar je op een bepaald moment nog ongestoord iets kunt lezen, zonder jengelende kleuters of ander luidruchtig gebroed.  Ik denk dat het gemak, het gemak heet, omdat het onontbeerlijk is voor een gladde transit en een ongehinderd afvoeren van de onverteerde victualia.  Een proces dat niet gebaat is bij het lomp willen opentrekken van de deur. Daar begint het immers!

Sinds wanneer is het niet meer nodig om even te kloppen op de toiletdeur? Hebt u – ja u daar – die aan de andere kant, weliswaar in hoge nood verkerend, maar wel met uw broek niet op uw enkels, daar al eens bij stilgestaan? Ik kan daar niet tegen. Enerzijds, omdat er toch altijd die vrees is dat je’m niet op de knip hebt gedaan en dat is vervelend. Anderzijds omdat de illusie van alleen zijn, onontbeerlijk voor goede darmperistaltiek, wreed doorbroken wordt. Knijpkramp en afgebroken prestaties zijn het resultaat! Dank u, ook voor het overdreven en helaas nooit echt doeltreffend geprop en geveeg dat er onherroepelijk op volgt.

Vreemd is echter ook dat het omgekeerde meer en meer gebeurt. Ik klop netjes en er komt geen antwoord. Is dat dan zoiets als wurgsex? Mensen die er op kicken dat er wild aan de deur getrokken wordt zodat ze hun ‘productie’ ineens kunnen afknijpen? Ik wil het eigenlijk niet eens weten.

De regel is simpel. Er is een deur, als die toe is, dan klop je. Als je een klopje hoort zeg je bezet. Zo simpel. Geen nodeloos gesleur meer, geen hartinfarcten en dus een mooi, soepel lopend proces.

Wat mij verder nog van het hart moet! Beste jongens, remspoortrekkers. U hebt er geen last van, diegene na u wel! Ik kom binnen en ik zie als het ware uw ‘signature dish’, of de retstanten ervan. Het interesseert mij niet! Ik wil het niet zien, het mag uw allerindividueelste expressie zijn, al dan niet van uw allerindividueelste emotie, maar het is de mijne niet, ik wil er niet mee geassocieerd worden.

En nu verplicht u mij, om uw rommel op te kuisen. Met het borsteltje, inderdaad. Het staat, er, maar kennelijk niet voor u. Hoe irreëel ook, uw bruin accent verstoort voor mij de illusie van blank canvas. Mijn scheppingsproces wordt gehypothekeerd. En niet alleen dat. Ik moet het ook nog eens een keer wegwerken, op straffe van associatie met uw geklieder. Dat is niet leuk, het verstoort mijn creatie. Hier is de regel niet: doe wel en kijk niet om. Eerder integendeel. doe wel, en kijk vooral nog even om! Hoe moeilijk is het?

Tot slot nog een paar kleinere ergernissen.

Uw ‘nadrup’ kan u dan misschien wel voorkomen als hemelse dauw, het is het ten enen male niet. Vermijd dat. Denk er gewoon aan dat ik u weet wonen, de volgende keer dat onze wegen elkaar kruisen in de nabijheid van het kleinste kamerke. Of denkt u echt dat klamvochtige billen een plezier zijn?

Uw gefermenteerde dubbele gisting zorgt voor iets meer methaanontwikkeling dan wenselijk is. Het kan de beste overkomen, echt waar wel. Maar zorg er dan tenminste voor dat u de verluchting zo goed en zo kwaad als het kan probeert te reguleren. Er zullen alleen maar blije gezichten volgen. Het ‘veestconcours’, dat is van bij de studenten hè.

Over papier zullen we het maar niet hebben zeker? Net zo min als doorspoelen nog echt een issue zou mogen wezen.

Regeltjes. Eenvoudige, maar te volgen. Gewoon doen! Voor mij!

Ik wil alleen zijn op de pot!


(video is het idee van de bij deze bijzonder sympathiek geachte @benpittoors)

Het moet niet altijd over privacy op Facebook gaan. Wij hebben op kantoor, in het toilet, zo’n luchtverfrisser die automatisch een wolkje dennengeur verspreidt, alsof je in’t bos zit te kakken. Ik schrik daar telkens weer van, het is alsof de privacy van de kleine ruimte een beetje ontheiligd wordt. Alsof er iemand naast je zit, die ineens oordeelt: “oh, neen, dit kan niet, dit is te erg, nu moet er gespoten worden!” Big brother is smelling you, and he disapproves!

Je kunt er bovendien geen staat op maken. Dat ding spuit op de meest vreemde momenten. Soms bij het binnenkomen, soms als je beweegt, soms nadat je bewoog. Ik voel dat ik één dezer zo’n wolkje in mijn oog ga krijgen, echt wel. Ik vind dat niet fijn, dat soort ‘aanwezige’ toestellen. Het hindert mijn gevoel van intimiteit. Ik wil alleen zijn.  Ik en mijn witte porseleinen troon, en desgewenst nog een boekje. Alleen, zonder smellmonitoring. Het is één van de kleine ergernisjes die ik meemaak in de hedendaagse sanitaire installaties.

En zo zijn er nog. Ik heb bijvoorbeeld ook een godsgruwelijke hekel aan automatische timers in de verlichting van  de toiletten van onze betere horeca zaken. lemand heeft dus bepaald hoe lang je mag blijven zitten, daarna gaat het licht uit.

Mag het even? die ene plek waar niemand je stoort, waar niemand aan je kop zeurt?  Wie houdt zich daar overigens mee bezig.  Hoe wordt dat bepaald? Mediaan of rekenkundig gemiddelde? En op welke steekproef? En zou die ‘lichtzeit’ anders zijn bij vrouwen dan bij mannen? Ik vind dat we daar streng moeten zijn, een exclusief mannelijke steekproef voor het herentoilet, anders krijg je scheeftrekkingen. Wie bedenkt het ook? Doe je daar voordeel mee? Over hoeveel jaar gespreid dan wel? Het kan toch niet anders dan één of andere anaal-retentieve facility manager zijn, die denkt dat ie daar zijn groot profijt gaat uithalen?

Te lang drukken, op onze electriciteitskost? De sanctie is duisternis. Ga er maar aan staan, of vegen. Want uiteraard is de sensor van dat verhaal ergens geplaatst waar je molenwiekende armen geen bereik hebben. Soms denk ik dat het mede daarvoor is dat ze smartphones uitgevonden hebben, met grote lichtgevende displays.

En de laatste, meest ergerlijke vorm van privacy schending, dat zijn die halfopen deurtjes. Waarom, waarom, waarom? Uit veiligheid? Uit zuinigheid?  Halve deurtjes, ’t is weer zoveel vezelplaat gespaard! Wat is het voordeel? Dat iedereen kan meeluisteren? Dat degene die zit, met mondjesmaat perst, om zachte plonsjes  en geluidloze veestjes te produceren, die niemand verder storen?

Veel meerwaarde heeft het  verder allemaal niet, maar ik moest het even kwijt.

Ontroerend Amateurisme

Het wil al eens gebeuren dat een weekend zwerftocht uitmondt in het bezoek van één of ander landelijk etablissement, waar wijn en gerstennat tot de specialiteiten behoren.

Zo ook vorige zondag, in Olen of all places. Vergeet het dorpsplein, met zijn folklore-kroegen maar zoek het iets dieper. Wij deden dat ook en kwamen terecht in een heuse wijnkelder.

Uitvoerig bespreek ik die nog wel een keer, maar nu wil ik het even over iets anders hebben. Wie deze blog regelmatig leest weet dat ik een zwak heb – noem het ongezonde nieuwsgiergheid  voor mijn part – voor toiletten, en dus kon ook hier een bezoek niet uitblijven.

De muren van de smalle trap naar ‘de installaties’ waren weelderig geornamenteerd met de parafernalia van de wijnbeleving: smeedijzeren druiventrossen, houten plankjes met diepe volkswijsheden, weidse vergezichten van de Duitse moezelstreek, etc… U kent ongetwijfeld de stijl, zoals je die ook terugvindt bij verkeerde nonkels en tantes die graag naar Oostenrijk of het Zwarte Woud op vakantie gingen. Heimatsweinereien, James Last, en staalblauwe Opel Kadetts.

Heftig ontroerd werd ik door een tekstje dat ik bij deze ook laat zien, helaas weinig leesbaar door de gebrekkige lichtinval, waarvoor excuus.

“Alle materiaal om zelf bier, wijn, of kaas te maken, kan hier gekocht worden..Probeer het eens!”

Zelfs een call to action ontbrak niet…

Schoon, zo nog net een beetje reclame maken via een dymo apparaat , op een lelijke regenbuis, wie neemt het de Vlaamse neringdoender kwalijk.

Ik zie het hem denken… jammer van die buis in mijne gang. Oh neen, wacht, ik kan er geen kadertje op hangen, maar ik kan er wel een boodschap op kwijt.

Aldus geschiedde, en hij zag dat het goed was . En ik ook. Het is fijn toeven in sommige wijnkelderkes.

Zeep…

Zeep 2.0?

Het blijft mij ontroeren. Ik wou net mijn handen wassen toen mijn aandacht getrokken werd op de zeepdispenser. Er hing een etiketje aan, om aan te geven van wie de flacon was. Het labeltje was zo schattig. Klever dezes had er alles aan gedaan om er voor te zorgen dat het etiketje niet opging in het algeheel design. Het moest opvallen! Deze zeep was van PKF, en kon niet zomaar door iedereen gebruikt worden. Zou het dat zijn? Wat bezielt iemand om in een bedrijfstoilet de zeep te willen personaliseren? Soap 2.0?

Mijn hoofd begint dan te tollen, fantasie slaat toe. Ik zie de man, de initiatiefnemer, bijna letterlijk voor me zitten, aan een mooi geordend bureau, met bakjes,… voor in en out. De lade met de potloden, allemaal mooi gescherpt, misschien zelfs op aflopende grootte. Een labeltje op de perforator, de nietjesmachine en wellicht ook de schaar. Vier magic markers, van elke kleur één, en alle vier doen ze het. Met een beetje geluk ligt er ook een gommetje, en om helemaal nostalgisch te worden, verstevigingsringetjes…

Het is een Erik. Erik is een nette mens. Thuis, bij hem in de garage, zie je de steeksleutels ook netjes ophangen, hij heeft er een lijntje rond getrokken, om zeker te zijn dat ze er altijd allemaal hangen, en dat je meteen ook ziet als er iets ontbreekt. Ik twijfel, als er eens echt eentje weg is, koopt hij dan meteen een nieuwe set, of doet ie het toch met eentje, ook al blinkt die dan misschien net iets meer? Drama’s, dilemma’s. Erik heeft ook een stofzuiger voor zijn gazon, en een hogedrukspuit. Altijd paraat

Maar terug naar het kantoor. Het toilet meerbepaald. Er stond al een zeep dispensertje, maar dat was kennelijk niet goed genoeg. We zullen het nooit weten. Is de geur niet lekker, is de schuimfactor onvoldoende? Dus heeft hij wellicht en flesje van thuis meegebracht, wellicht zelfs een onkosten nota binnengebracht? Neen zo is Erik niet, hij doet het voor het goede van de zaak.

Maar aangezien het toilet door meerdere bedrijven gebruikt wordt, moeten er toch wel voorzorgsmaatregelen getroffen worden. Stel je voor dat anderen schaamteloos van de (veel lekkerder geurende) zeep zouden profiteren. Neen dat kan niet, daar moeten we iets aan doen. Ownership moet geclaimd worden,

Een labeltje dus. En binnenkort ook een spreadsheet, om het geschat verbruik te registreren. Ik zie de communicatiegolf volledig escaleren.

Binnenkort zet Erik elke ochtend streepjes op het flacon, om het dagverbruik te meten. En dan volgt er wellicht een labeltje met een uitroepteken “PKF!” Omdat een uitroepteken zo lekker roept! “Het is van ons, blijf er af!”. En nog later krijgen we van die formele berichten.

“Beste bezoeker, uiteraard stellen wij het op prijs dat u uw handen wast bij het verlaten van de toiletten, maar gelieve daarvoor de algemene zeep te gebruiken.” Hier wordt dan kundig gebruik gemaakt van powerpoint fonts, word art en plastic mapjes van Esselte.

En voor je ’t weet krijg je de reactie van de anderen. Stekelige kleine pesterijen. Opmerkingen die ruwweg in balpen gekribbeld worden,  namen die doorstreept worden, god beware ons, misschien wel schunnige opmerkingen…

Fysieke agressie ook, waarbij de mensen van andere bedrijven telkens stiekem op de dispenser duwen, een zielig kwakje achterlatend op het aanrecht. Erik ziet het gebeuren, begrijpt niet wat hij ontketent heft en sterft een stille dood.

De sfeer in het bedrijf geraakt onder nul, de werknemers van PKF worden een beetje uitgelachen,

Communicatie, het blijft een gevaarlijk iets in handen van onbevoegden…

(blog die ook opgenomen werd in het nieuwe iAct nummer, het vakblad van de BDMA)
(http://www.ccmonline.nl/iAct/Home.aspx)

Symbolen, Iconen en duidelijkheid

Simpel

Het bericht kwam vorige week als een dreun. Bij het afsluiten van mijn ondertussen beruchte toiletcyclus , was ik me er niet van bewust dat er ook zoiets in het leven geroepen werd als ‘wereld-toiletdag’ . Blijkbaar is het onderwerp dan toch niet zo banaal als men soms wel zou willen aangeven. De BV’s in De Standaard Magazine kregen een portretje en mochten wat badineren over hun al dan niet perverse toiletgewoontes. Mjah, het is een insteek, maar ik vind hem niet echt geïnspireerd (de foto’s  daarentegen wel).

Diezelfde avond ging ik dineren in een Indisch restaurant in Brugge. ‘Chicken huppakee, very spicy’, en nog van dat soort ongein. Lekkere maaltijd, daar niet van, en uitstekende franse wijnen om het geheel te begeleiden.

Toiletten op restaurant en Guido. U kent dat waarschijnlijk ook. In assisenprocessen hebben ze daar een term voor, onstuitbare drang, of iets van die aard. Het is sterker dan mezelf. Ik moet en zal de toiletten opzoeken. Enerzijds om de benen te strekken en de spijsvertering voluit te ondersteunen, anderzijds gewoon uit nieuwsgierigheid.

Wie mij kent weet dat ik een buitengewoon empatisch vermogen heb. Ik verplaats me dus in  het lichaam en de gevoelens van de man/vrouw die eerder uit hoge nood deze faciliteiten opzoekt. Wij Vlamingen zijn van nature nogal aan de preutse, juiste, regelnichterige kant. Het idee om in de verkeerde toiletten te belanden is dan ook een godsgruwel die we nooit maar dan ook nooit willen contempleren, ja zelfs onze ergste vijand niet toewensen. Duidelijkheid is aan de orde.

Is het een vliegtuig?

Man or Woman?

Nu vraag ik u, hoe duidelijk is het om dit soort soepjurken af te beelden, en er meteen ook maar van uit te gaan dat iedereen vertrouwd is met de juiste iconografie van indische kunst? Is it a man, is it a plane? No its superwoman!

De bakkebaarden wijzen op een vent, de ronde vormen daarentegen geven aan dat het misschien toch wel om een dame zou kunnen gaan.

Ik kan daar niet tegen. En met mij, durf ik te wedden, vele anderen.  Een icoon, een symbool moet snel en duidelijk aangeven wat er te doen valt.

Wat is er mis met  de mannekes en vrouwkes van de eerste generatie? Ik heb ze in de inleiding gebruikt, ik durf er vergif op  nemen dat iedereen onmiddellijk aan toiletten dacht.  Je zag heel snel waarover het ging, er was geen ruimte voor ambiguïteit, het was gewoon duidelijk.

nog steeds duidelijk

Voor deze hier naast, moest je al een beetje gestudeerd hebben, maar door de vulgarisering van één en ander, lukte dat nog net.

Het is vanaf dan van kwaad naar erger geëvolueerd. Ik ben niet zo plastisch, maar in Gent is er een restaurantje waar ze het geprobeerd hebben met fruitsoorten…Bananen, pruimen, u kent dat soort grapjes… En in andere zaken heb je allerhande soorten ‘grappige’  popjes, waar je verdomme bijna met een loupe moet naar kijken om te snappen waarover het gaat. Wij hebben daar geen tijd voor op dat moment!

De kroon wordt echter gespannen door een Hasselts restaurant, waar ze gewoon voor genetica gekozen hebben; Je ziet twee identieke deuren met op elk ervan een symbool : XX en XY. Uiteraard heb ik biologie gehad, uiteraard ken ik een aantal ezelsbruggetjes om het te onthouden, dat mannen diverser zijn,vandaar de X en de Y dat er een beentje ontbreekt bij de mannen als teken van onvolmaaktheid, etc…

Mijn punt: in tijden van nood is duidelijkheid vereist, ook in de symbolen. Geen tijd voor intellectueel gefrazel als de pot nabij is.