U weet het. Ik ben een Delhaizewijf. Ik heb het graag proper, netjes gerangschikt en met veel packaging en keuze. Maar heel af en toe moet ik toegeven dat die mannen uit Halle echt wel weten waar ze mee bezig zijn. Lees verder
Tagarchief: Kempen
De croûte
Het sneeuwde. Ik zocht beschutting met Spike in één of andere landelijke afspanning, waarvan je er zoveel vindt in de Kempen. We hadden er een helse tocht door de sneeuw en de kou op zitten, Lees verder
Zo kan het ook, ordehandhaving
Flikken. Honden. Loslopen. Het zijn drie woordjes die meestal niet erg goed samengaan. Pas op. Voor u denkt dat u hier een betoog gaat krijgen van een fervent hondenliefhebber, doorspekt met kreten als ‘hij heeft nog nooit iemand gebeten” en “de mijnen doet dat niet”. Dat is niet zo. Ik ben de eerste om te weten dat ik mijn hond niet echt zo goed in de hand heb als mijn hoofd soms denkt.
Ik ben er ook voorstander van dat mensen die beesten willen ook de moeite zouden mogen doen om naar een hondenschool te gaan, en ik ben er in één moeite door ook van overtuigd dat ze die scholen niet voor de honden hebben uitgevonden maar voor de baasjes, die gedragsspiegeltjes voorgehouden krijgen. Hé, hé, dat lucht op.
Bovendien, mijn hond, dat is een toonbeeld van vleesgeworden, rauwe anarchie en bloedonderdenagelshalend pestgedrag. Voornamelijk naar mij, laat dat duidelijk zijn. Maar loslopen in Zoerselbos, of aan zee, of ergens langs de grote routepaden, dat gaat erg goed. Paarden, schapen, koeien en occasionele mountainbikers zullen daar wellicht anders over oordelen, maar daar gaan we het nu verder niet over hebben.
Wat er ook van weze, het monster liep los te snuffelen, en daar kwamen onze blauwe vrienden aangetuft. We spreken Kempen, vooravond, geen kat op straat, just me , my dog and them!
Ik heb zelf niet zo’n al te beste verhouding met het gezag, dus ik zette me al schrap voor gevatte snijdende opmerkingen aan het adres van onze blauwe potentaten. Ik kan er niet aan doen, ’t is de hond in mij. Ik moet ze niet echt. Het is een probleem dat er mij al vele opgeleverd heeft, waarbij menigmaal de verzuchting geslaakt werd ‘houd toch uw bakkes, ’t was gezellig’. Het lukt niet, het is niet anders.
Kempenflik 1 stapte uit, monsterde de situatie, ‘Goeienavond, uwen hond?’ Flik 2 kwam er bij staan, met een glimlachje, dat ik al meteen interpreteerde als ‘HA, we hebben er ene, nu gaan we er eens wat mee spelen, en onze spierballen laten rollen. In plaats van echte misdaden op te lossen!
Stijf van de adrenaline, met bloeddoorlopen ogen en een batterij opmerkingen over kleinzierigheid en gebrek aan gezond verstand, snapte ik, ‘ja, mijnen hond ja,daar lijkt hij toch op!’
‘Schoon beest, maar straks toch beter aan de lijn houden, ge weet maar nooit, en ne goeienavond nog!’.
En weg waren ze. Ordehandhaving op zijn Kempisch. Vriendelijk, relativerend, to the point. Ik heb Spike aangelijnd. Ik hou van Kempische flikken!