Het leven van de stukjesschrijver zit vol onverwachte cadeautjes. Teruggekomen van slager Bart met een mooi verhaal en meteen ook een erg leuke titel gekregen van Karin.
Ineens waren ze er weer. Pastelkleurtjes, vlezig, sponzig. Spekskes. Groot, klein, veerkrachtig, soms al een beetje taai. Het komt allemaal door ‘den Blokker’, die heeft dat ding in de aanbieding geplaatst en sindsdien is het hek van de dam. Overal zie je ze de laatste tijd. Het is een bron van vermaak en verwondering. En ook een heel klein beetje ergernis, omwille van esthetiek, maar heus niet altijd.
Het huispak. Tot op enige hoogte kan ik er inkomen dat mensen thuis een zeker comfort willen hebben. Mijn generatie, opgekweekt met sponzen broekjes en dito pyjama’s associeert spons daar niet meteen bij. Het huispak richt zich godzijdank niet tot mannen (de dag dat ik de eerste vent tegenkom met zo’n ding rond zijn harige lijf sta ik niet in voor de gevolgen, maar ik ben er zeker van dat die niet homo-erotisch van aard zullen zijn). Na de legging-miserie – hijsen de vrouwen zich vandaag massaal in het huispak. ‘Omdat het gemakkelijk is’.
Tot daar kan het mij ook eigenlijk niet schelen. Vrijheid, blijheid, voor eigen haard. Ik denk wel dat ik het maar minnetjes zou appreciëren mocht mijn vriendin ineens zo’n regressiepyjama aantrekken om samen op de bank naar ‘kokeneten’ te kijken. Dan maak je er toch meteen beter een eind aan (en heus niet alleen aan je relatie)?
Zij die het wel aan hebben, en waarvan het gedoogd wordt door hun vent (waarschijnlijk buxus-snoeiende–tussenpint-onkundigen). Wat moeten we daar van denken? Voor mij is het simpel: thuis pak, thuis blijven. Niet op zaterdagochtend met je cellulitiskont verpakt in teer babyroos bij de slager staan wiebelen. Om meer dan één reden, en ik voel dat u gewoon zit te popelen om die redenen te kennen. Het zijn er drie.
U bezoedelt de esthetiek van het straatbeeld, en dat was sowieso al een erg mager beestje. U verstoort mijn erotische beleving van de ‘vrouw’, wat – toegegeven – erg egoïstisch is.
U maakt uw zusters, uw clan, de andere vrouwen, ongelukkig.
De esthetiek van het straatbeeld daar kunnen we kort over zijn. 80 kg, kort gestompt in lila stretch over de straat zien deinen, dat is niet prettig om naar te kijken en het trekt helaas de aandacht. Het is dus ook nog eens gevaarlijk voor de gsm-ende automobilist. Bovendien zijn de meeste van die pakjes in vreselijke pasteltinten of hippe – voor mannen onuitspreekbare – kleurtjes zoals fuchsia, taupe, turquoise. Dat doet pijn, dat kleurt verkeerd af. Dat vloekt. Zeker op ochtenden.
Ten tweede. Ik durf van mijzelf te zeggen dat ik een billenman ben. Tegengesteld aan het door vrouwenbladen geïnduceerde schoonheidsprincipe van treurige kinderbilletjes aan een volwassenelijf gekleefd, hou ik van een mooie ronde bilpartij.
Welnu dames, weet dat ik – en met mij allicht vele anderen – staar. Ik staar naar jullie bilpartij. Borsten heb ik afgeleerd, omdat je nooit ongemerkt naar de gevelpartituur van een vrouw kunt kijken zonder dat ze het merkt. Maar billen dat lukt nog wel. En dat zet meestal wel één en ander in gang.
Niet met het huispak echter. Weet dat elk randje, en helaas ook, in sommige gevallen, de ontbering van randjes zichtbaar zijn in die krengen. De contouren van een oversized sloggy reet, verpakt in blinkende stretch. Of omgekeerd, van die enge ministringbilletjes die er niet in slagen ronding in zo’n broekje te creëren. De totale afknapper. Een erotische gesel van het eerste uur. Neen, geef mij opwaaiende zomerjurkjes, strakke, mooie, jeans, mysterieuze wikkelverpakkingen, maar niet dit.
Ten derde, het ongelukkige van andere vrouwen. Het probleem met de mode. Er zijn de trendsetters, en de modevolgers. JBC, Blokker, E5 maken bijvoorbeeld de mode niet. Ze volgen die, en daar is niks verkeerd aan. Maar dan heb je zo’n Xandres, of Chanel of een ander mooi vrouwenmerk, die ‘sportive chique’ organiseren. Dure joggingpakjes met een labeltje, in hippe kleurtjes. Reteduur, maar het is dan ook voor de happy few, die zich daar niets moeten van aantrekken.
De dames die dat kopen rijden rond in treurig gepolishte Duitse wagens, met spectaculaire zonnebrillen, met hun feillloos ‘gegroomde’ lichaampjes en vinden zich ineens bij de keurslager, kont-aan-kont terug met hun minder fortuinlijke zusters, die gezellig aperitiefjes-drinkend, heerlijk kokend en lachend door het leven gaan.
Beiden worden ongelukkig. Het hipstertje omdat haar outfitje gedevalueerd wordt door de buurvrouw. De gezellige huisvrouw omdat ze beseft dat haar uitdijnende massa wellicht de oorzaak is van het feit dat ze de verkeerde man aan de haak sloeg, en dat ze nooit gaat meekunnen in de ratrace van het leven.
Vervreemding in de herkenbaarheid.
In jou streek noemen ze zit spekskes, in mijne tijd in de Westvlaanders….nonnebillen….
Ik zou hier iets supergevat en witty moeten schrijven, maar het is gewoon lachen.
Lachen omdat ik net terug ben van de bakker. Blijven schrijven, man.