De bonsai-kweeksters (2) : Confuse and conquer

Verdere bespiegelingen over de bonsai-kweeksters.
Maar eerst toch even iets recht zetten. De afgelopen week werd ik er herhaaldelijk op aangesproken dat mijn vriendin dit toch niet echt graag moet lezen.
Jongens, jongens, kleine vergissing! Denken jullie nu echt dat een man zoiets kan schrijven terwijl het hem overkomt?

Ik ben – zoals de meeste mannen – vrij vegetatief met leven bezig. Eerst het metabolisme: drinken, eten, een gezonde stoelgang, en afdrijven van reststoffen en pas  ‘deinde philosophari’.
Mijn inzicht in de menselijke psyche en haar perfide mechanismes is ongeveer vergelijkbaar met de kennis van kernfysica van de gemiddelde huisjesslak.
Neen, het is veeleer mijn lief die, gezeten op één of ander terrasje, geamuseerd toont waar het bij deze of gene serieus aan het mislopen is. Meestal kan ik dat alleen maar lachend beamen.
Ik ben alleen maar de reporter, die er hier en daar een zieke twist aan geeft.
Dus staakt uw gissen ende poken. Met ons (in zoverre dat er al een ‘ons’ bestaat) gaat alles opperbest, en de milde verbazing over de menselijke soort en haar omgangsvormen is een gezamenlijke passie. Dank u.

In de vorige ‘les’ hadden we het over verpotting en verzuring als middel om de worteltjes van de eens zo trotse eik wat kleiner te maken. Nu gaan we het hebben over onzekerheid als groei-remmer. Beetje bonsai moet immers niet te groot worden. Een uit de kluiten gewassen eik kan best krimpen, mits de juiste technieken toegepast worden, en in de juiste dosering, dat spreekt.

Onzekerheid kweken is het beste middel. Daar waar onze jongen vroeger ongehinderd uitspraken deed over alles en nog wat, is het voor de gemiddelde bonsai-kweekster een fluitje van een cent om dat af te remmen. Dat heeft enkel het afbreken van de stugge houtigheid tot doel, niets meer.  Daardoor kan er in een later stadium beter gemodelleerd worden. Zo’n brulboei, die overal het licht steelt en alle aandacht naar zich trekt, daar gaan we iets mee doen.

Volgende basis-varianten kunnen worden aangereikt.
1) Het licht misprijzende ‘Tsss, maar enfin, wat zegt gij nu toch…’. dit kan kan speels uitgevoerd worden, maar ook licht geïrriteerd. Het effect is in beide gevallen niet meer dan een knipperlicht, maar dat volstaat. Onze man weet nu immers dat het einddoel van zijn avond; een potje rollebollen en vleselijk verenigen, in gevaar komt, als hij op de ingeslagen weg verder gaat. Dimmen is de boodschap en het onvermijdelijke gevolg.

2) Bij de hardleerse kerels dienen zich de volgende opties aan:  De verwijtende stilte, al dan niet gepaard gaand met verwijdering en/of ‘bleiten’. Bijzonder efficiënt bij jonge koppeltjes, waar de eik in kwestie nog niet goed weet hoe het spel gespeeld kan en zal worden. Hij zal denken dat het iets ernstig is, zich nog niet bewust van het feit dat waterlanders zo makkelijk klaar kunnen zitten. Gegarandeerd dat je hem de rest van de avond niet meer hoort.

3) Dodelijk is echter ook de  rechtstreekse verbale confrontatie:  ‘Michel, stopt daar mee, ge zijt belachelijk, kunt ge nu nooit eens begrijpen waar de grens is!’.
Heerlijk is dat! Ontleed even met mij mee. Niet alleen wordt hij publiekelijk berispt, wat nooit prettig is, en al helemaal niet als je weet dat de meeste van je maten je verhaaltjes eigenlijk best geinig vinden. Daar komt nog bij dat je nu ineens opgezadeld wordt met het vermoeden dat alle vrouwen – en ook sommige vrienden –  je gedrag belachelijk vinden.

Venten onder elkaar kennen dat soort openbare terechtstellingen onder elkaar niet. Als iemand  midden het café per se de behoefte voelt om zijn geslachtsdelen in een Hoegaarden-glas te persen om te kijken of er daarnaast nog ruimte is voor iets anders, zal dat altijd opnieuw op goedkeurend, ja zelfs bewonderend, gemompel onthaald worden. We zullen het nooit zelf doen, maar we zullen het ook niet veroordelen… meteen. Nu dus wel. Mannen worden daar onzeker over.

En dan dat van die grens… welke grens? Om een grens te kennen moet ge er toch eerst over? Dus neen, wij kennen eigenlijk geen grens, behalve bepaalde fysieke… achteraf. ‘Dat had ik niet moeten doen’, ‘Dat kon ik niet meer’, ‘Stom dat ik dat nog geprobeerd heb, want dat ging niet’.
Zeg tegen een vent dat het onmogelijk is om hoger dan de Eiffeltoren te pissen vanuit stand, en hij zal minstens een monsterende blik werpen om te kijken of het niet haalbaar zou zijn. Zo zijn wij.
Terug naar het thema, want dit zijn nog  maar de onschuldige technieken, om jonge eikjes bij te sturen. Voor de oudere exemplaren zijn er nog een heel ander arsenaal van methodes.
Onthoud het, maak ze onzeker en ze worden plooibaar,  of minstens stiller. Belangrijk voor de volgende les (les 3 modelleren).

Eén van de betere technieken om een vent op de knieën te krijgen is het ‘vragen om advies’. We kennen allemaal het ‘kleedjes-dilemma’ en de ‘vinde-gij-mij-gat-niet-te-dik-in-deze-rok-valkuil’, maar we zitten hier al in de advanced course, dus die gaan we niet herhalen.
Neen, het is veel perfider. Ik teken het even uit.

Drie stellen zitten gezellig wat te drinken op het strand, de kinderen spelen en de gesprekken kabbelen in alle richtingen. De vrouw van het organiserende koppel vraagt ineens aan de man hoe ze het avondeten voor de kinderen gaan organiseren. Mannen zijn jagers, voedstervaders en verantwoordelijk voor de tribe, dus hij gaat er ernstig op in, en stelt iets voor, wat volgens hem zowel doordacht, als juist is. Hij is ook blij dat de eega hem erkend in zijn rol.

Vervolgens  keert de vrouw zich naar haar vriendinnen en stelt iets diametraal tegengesteld voor, waarbij ze er zorg voor draagt haar vent te negeren.  In no-time bedisselen de vrouwen dan iets onder elkaar. Dat gaat heel vlot, en  de man hangt er ergens voor spek en bonen bij, publiekelijk te drogen gehangen voor zijn vrienden. Daarbij waken ze er over dat de voorstellen van de man, geridiculiseerd of minstens tot op het bot genegeerd worden om daarna, zonder verdere consultatie met echtgenoot of partner, over te gaan tot de uitvoering van hun plan.
Het effect is prachtig. Manlief blijft verweesd achter, beseft niet vanwaar het allemaal kwam, weet ook eigenlijk niet goed wat hem overkomen is, en daarbovenop zijn zijn twee makkers getuige van het feit dat hij eigenlijk geen zak te zeggen heeft in het huishouden.

Ook altijd mooi is het ‘overnemen’ van het verhaal. Man wordt uitgenodigd om een vakantie anekdote te vertellen, maar al bij de openingszin neemt vrouwlief over. Circulair ademend slaagt ze er in om het hele verhaal zonder ogenschijnlijke adempauze te vertellen, en de vent zit er bij en kijkt er naar. Belangrijk hier is dat het een keer of drie gebeurd, tijdens dezelfde avond, anders werkt het kleinerend, ontmenselijkend effect niet.

En dan vraag je je af waarom mannen zoveel drinken in het gezelschap, en hop, als vanzelf komen we weer uit op het pintritme… alles is verbonden.
Interesse in  nog meer diepe inzichten? laat het mij weten.