
piercing
Angstjes, angstjes, ik kan er honderden noemen. Ze zijn zo vermoeiend, maar vooral beperkend. Business unit managers bijvoorbeeld, camoufleren met een deken van procedures hun angst voor de baas, maar maken het leven van leveranciers, collega’s en ondergeschikten zuur. Mensen die je niet rechtuit zeggen wat ze denken, houden er achter je rug een wel erg duidelijke mening op na, maar verbergen hun angst voor de confrontatie achter hun pokerface.
Angst draagt niet alleen een stuk hypocrisie in zijn leden. Er is meer. Wie tijdens een creatief proces weigert op te komen voor zijn mening – uit angst belachelijk gevonden te worden door peers or bosses – veroorzaakt iets. Of liever veroorzaakt iets ergs. Een inferieur resultaat vindt zijn weg naar de markt.
Ik pleit hier niet voor een ‘f#@%k the system’-attitude. Ik pleit voor een assertieve houding. Het is goed om voluit voor je standpunten te gaan. Verdedig je ideeën en visie.
Ook tijdens een gesprek over de impact van social networks op rekrutering met een hr-manager steeg de geur van angst op. Kandidaten zijn bang dat hun – al dan niet compromiterende foto’s op facebook – een belemmering zouden zijn in een aanwerving. Blijkt dat hr-managers ook actief op zoek gaan naar materiaal van kandidaten. Stel je voor wat je allemaal in huis haalt. Zij zijn tenslotte verantwoordelijk voor de rekrutering van ‘goede’ kandidaten.
Beide partijen in dit verhaal zijn angsthazen. Ze bewijzen niemand een dienst met hun angstreacties. Een student die zijn hele studententijd nodig heeft om wat onderscheidingen bijeen te sprokkelen en daardoor het sociale leven aan hem voorbij ziet gaan, dat is toch gewoon een drama om in je bedrijf te hebben? Een selectie verantwoordelijke die voor de grijze muizen kiest, laat misschien echt talent aan zijn neus voorbij gaan.
Ogilvy zei het al: “i don’t want politicians, but independent mavericks, proud of their beliefs”.
Stel, je mag kiezen tussen een vent die actief was in de studentenorganisatie, een MBA heeft van een gereputeerde universiteit, en op facebook te zien is in het gezelschap van wulpse deernes, vrolijke vrienden en grote potten bier, en een immense vriendenkring heeft, uit alle landen en lagen. Kandidaat twee heeft min of meer hetzelfde studie parcours afgelegd, heeft geen uitbundig sociaal netwerk, kennelijk ook geen actief sociaal leven, of schermt het extreem af. Misschien kun je je dan ook nog een keer de vraag stellen of nummer twee iets te verbergen heeft (angst, weet je wel). Het enige wat je weet is dat hij minstens even solide is om de job te doen. Over de extra troeven van nummer één weet je alleszins meer. Om het plat te zeggen, iemand die zich steendood drinkt tijdens de nacht maar er desondanks toch in slaagt schitterende studieresultaten te behalen, lijkt mij meer stamina en stressbestendigheid te hebben, but then again, het kan ook op persoonlijke voorkeuren gestoeld zijn.
En omgekeerd? Waar wil het echte talent werken? In bedrijven die scrupuleus je gangen nagaan, en door procedures allerhande ervoor zorgen dat iedereen binnen de lijntjes kleurt? Ik denk dat het Godin was die zei dat het wellicht verstandiger is om talentvolle mensen sowieso binnen te halen, om dan te kijken hoe je ze zinvol in je bedrijf kunt passen in plaats van naar een profieltje te zoeken dat min of meer past in de vooropgestelde tekening.
Doorwinterde hr- mensen gaan mij allicht met tal van theorieën om de oren slaan. Bespaar je de moeite. Ik ben immers geen expert. Ik geloof het allemaal wel. Het gaat mij om de beperking die angst en bekrompenheid veroorzaken.
De liftster die gisteren in mijn auto stapte, zat er een beetje verslagen bij. Haar sollicitatie was op een sisser afgelopen omdat ze een piercing droeg. Dat het kind actief was in tal van domeinen, sociaal erg bewogen was, ervaring zat had, uitermate taalvast en zeker niet dom was, het deed allemaal niet ter zake. Ze ging niet passen in de bedrijfscultuur. Ze had immers een piercing…
Seth Godin: “Anxiety is nothing…but repeatedly re-experiencing failure in advance. What a waste.”
George Orwell: “In a time of universal deceit, telling the truth is a revolutionary act.”