De eerste keer. Springerig, nog niet helemaal gewend om achter hun pas verworven borstjes te lopen. Het zouden vrouwen worden, maar voorlopig waren het nare pubersprieten, die oude mannen met honden vakkundig negeerden. Ze waren met elkaar aan’t lachen en dollen, en deden heel hard hun best om mij te negeren als vertegenwoordiger van alles wat ze niet graag hadden: een toonbeeld van vergankelijkheid. Ze zaten op een bankje, bedrijvig met hun GSM, parmantig rose en ook al wel wat vrouw te wezen, toen ik voorbij fietste, met Spike de hond los langs mij.
Hij loopt graag een metertje voor, om te tonen dat hij onafhankelijk is. Ik laat hem dat doen. Nog voor Spike de hoek begon om te slaan blafte ik luid ‘Links, Spike’. Wat hij deed. Niet omdat hij ‘links’ kent, maar omdat we dat altijd doen.
Een half uurtje later passeerde ik daar weer. Omdat een mens nu éénmaal zo zijn routines heeft. De vlugge jongens verwachten het al, en inderdaad, ik schreeuwde ‘Rechts, Spike’ naar mijn hond die een paar meters voor mij uitliep. De meisjes zaten er nog en nu leken ze meer op mogelijke dochters van mij. Chiro-meisjes die verrukt zijn over een trucje met een huisdier. In plaats van me te negeren kwam de brutaalste van de twee op me af en zei, ‘mijnheer, uwen hond, die verstaat dat?’. Ik stapte af, en floot even. Spike kwam meteen. Hij is een tribune speler, dol op gezelschap en aandacht. Ik weet ook niet hoe dat komt.
Wij zijn een team. ‘Spike zit en blijf’. De meisjes waren verrukt. De nukkige nimfen van toen waren terug heerlijk opgewekte meisjes… ‘Oooohh, mag ik hem eens aaien, wat een lieve hond!’. Spike liet het zich welgevallen en ik vertelde dat het een extreem slimme hond was. Een erg grote leugen. Het is een domme anarchist, maar wel aandachtsgeil. Na enig keuvelen en het herstellen van de intergenerationele gemoedelijkheid, reed ik weer verder en de meisjes gingen vrolijk huns weegs, al kwetterend en muziek beluisterend. Het bankje bleef lonken naar hen.
Toeval wilde dat ik er even later opnieuw passeerde en toen werd het doel van hun hang-gedrag duidelijk. Er stond een bink bij. Een jongetje wiens testikels net uitgezakt waren, worstelend met de toonhoogte van zijn stem en de fietsbuis onder zijn lid(je) gekneld. En hier hadden ze afgesproken. Ik werd opnieuw herleid tot een soort lucht, ook al zou je me dat niet aangeven op basis van soortelijk (en ander) gewicht). Zo hoort het.
Dit waren geen meisjes meer, maar behaagzieke creaturen. Het haar werd alle richtingen uitgewaaierd, de steelse blikken, het koket op het bankje schuiven. Het hele arsenaal aan technieken was embryonaal aanwezig.
Venten, dat zijn jongens die groter worden. Meisjes dat is altijd anders. Altijd.
inderdaad, zulks entertainend schrijftalent MOET gewoon gepubliceerd worden (en dan bedoel ik ‘the oldfashioned way’ met inkt op papier)
doen gewoon!
Nou, nou.. Wat een fijne complimenten, zo vroeg op de dag 😉 dank je
Mooi geschreven. Ik zie het zo voor me.
Bankje schuiven en fietshangen. Waar is de tijd. Mooie observatie. Wat een geluk toch dat je Spike hebt 😉
jeej, guido, prachtig! klap klap de handjes op elkaar.
wat fijn, dank je.
Ga een boek schrijven, Guido. Nu!
😉 ik ben een sprinter laurens, helaas, maar toch bedankt. fijne reacties doen altijd deugd
Inderdaad, geen boek. Je stijl en observaties lenen zich prima voor dit soort kortere stukjes.
Ik zal me volgende keer als we mekaar tegenkomen meer als Spike gedragen. Gewoon zit en blijf naar mij blaffen.
yeah right. gij kunt niet luisteren. 😉