Vrees niet, ik ga er geen wetenschappelijke verhandeling over maken. Ik heb er zelfs geen mening over. Het valt mij wel op dat velen ‘van de sociale media’ er over zeuren. Dat snap ik dan weer niet. Tenminste ik snap niet dat ze er over zeuren, wel dat ze’t via de sociale media doen, smartphone bij de hand, weet je wel.
Je ziet dat op Twitter. De bravere klagen zo rond een uur of twee dat ze niet in slaap geraken. En de moeilijkere gevallen beginnen zo rond half zes te constateren dat ze wakker zijn. Ze melden dat aan de wereld zoals we dat tenslotte allemaal massaal beginnen doen, als we koorts hebben, of last van ongebonden stoelgang, etc… het hoort er gewoon bij. Wat ze nadien doen is onbekend. Terug in slaap vallen, iets leuk doen, of hun dag aanvatten.
Ik vind zes uur een mooi uur om op te staan. Niet altijd. Als ik naast mijn lief lig, lijkt me dat een ideaal moment om de liefde te bedrijven, of minstens gezellig te knoerftelen in elkaars lichaamskronkels (ik laat jullie eigen verbeelding hier invulling van geven).
Maar als dat niet het geval is, dan sta ik met plezier op. Genieten van een stil huis, de eerste kop koffie, flardje muziek als ik er aan denk, en twee honden die, raar maar waar, altijd enthousiast klaar staan om te begroeten en met hun oren flapperend te kennen geven dat een wandeling best leuk zou zijn. Behalve als het regent.
Op een fijne wijze denk ik het helderst in de ochtend. Ik hoor u zeggen, dat dat inderdaad zichtbaar is aan de rest van mijn denkproces tijdens de dag, en leg die smalende opmerking even naast me neer. Ja, u bent gevat en geestig. We gingen het over insomnia hebben.
Ik vind 2u ook niet zo’n abnormaal laat uur om te slapen, je hebt het idee dat je de avond helemaal gepakt hebt, en zelfs een stukje van de nacht hebt kunnen snoepen vooraleer de sponde op te zoeken. Gulzig leven, het is me wel toevertrouwd.
Wat bedoel ik dan eigenlijk met insomnia? Voor mij is het het onderbreken van de slaap op een minder gewenst moment, gekoppeld aan het onvermogen om opnieuw in slaap te geraken. Als je alleen leeft heb je minder last van de sociale druk, het zal mijn beesten bijvoorbeeld worst wezen of ik om drie uur ’s nachts terug mijn nest uit kruip en keihard Rammstein speel om mij af te reageren, zij zijn blij. Als ik in Zoersel de sponde deel, ben ik daar iets omzichtiger in. Meestal beperkt het zich dan tot nachtlamp en boek in bed. Het gaat er hem dus vooral over wat je ermee aanvangt als je in bed blijft liggen. Naast erover twitteren.
Waar ik het eigenlijk wil over hebben is attitude. Ik merk dat mensen zich ergeren aan het fenomeen, zuchtend vast stellen dat ze niet kunnen slapen, daar getuigenis over afleggen, en er waarschijnlijk diep ongelukkig over worden. Zo zonde. Embrace your enemy…
Hoe gaat het bij mij? Op een doordeweekse avond ga ik slapen wanneer ik daar zin in heb, meestal na avondwandeling en douche, kwestie van wat proper te zijn. Een boek kan daarna nog, regeltjes zijn er eigenlijk niet.
Morpheus komt, en neemt me mee. Tot daar spreken we van een proces volgens de boekjes. En vanaf dan kan er van alles gebeuren… Maar meestal gebeurt er altijd hetzelfde, na 3 u, 4 u, besef ik dat ik mijn ogen open heb.
Soms word ik wakker in een poel van zweet, wat erg onaangenaam is, maar anderzijds ook wel wat voldoening geeft, zo van: ‘Hard en snel geslapen! goed zo, mijn jongen!’. U merkt, ik ben een optimist hè, en een sportman in hard en nieren, alles is competitie.
Meestal is het een erg factueel gegeven:’Voila, dat was het voor vannacht’. Zonder frustratie, nogal sereen eigenlijk.
In het begin strubbelde ik nog een beetje tegen, probeerde ik er tegen te vechten. Zoals met zoveel dingen helpt dat niet. Ik heb ook geen aanvechting meer om het bed te verlaten. Ik word ook niet lastig van het eventuele slapen van mijn lief, integendeel, het is een rustgevend geluid, zo’n gelijkmatige ademhaling.
En inderdaad, ik neem een iphone om te kijken hoe laat het is, en meestal glijd ik dan even door naar tweetdeck, om vast te stellen dat de tijdslijn zich in de US of A aan het ontwikkelen is, en dat die mensen niet echt zitten te wachten op nederlandse tweets.
Hier en daar ontwaar je al eens een gelijkgestemde of een laat feestbeest, en dan is het wel aangenaam om even over en weer te flitsen met wat berichtjes.
Meestal wentel ik mij echter terug in het donker. (Het is overigens een mythe dat hanen kraaien bij het gloren, die beesten beginnen daar veel vroeger aan, en doen er continu mee verder, zeker als er binnen gehoorsafstand een tweede zit. Maar dit volledig terzijde)
Wat voor mij wel helpt in het proces( hoe moet je’t anders noemen?), is dat ik merk dat we met velen in mijn huis wonen. Er is ik, de Guido. Er is uiteraard ook de kleine kolonel, die op crisismomenten de overhand neemt. Elke vent ontwikkelt al heel vroeg een soort interne dialoog met zijn jongeheer, dat is gewoon zo. Wij geven hem ook een naam, wat ik niet veel dames weet doen bij heurzelves. Maar op zo’n momenten is er niet veel ‘dialogue interne’ met de jongeheer.
Naast hem is er ook een soort dissociatie tussen lichaam en geest, waarbij ik, de originele Guido, als een soort bemiddelaar tussenkom: ‘Jongens, ok, dat de geest wakker is, maar laat het lijf tenminste rusten’. Kid you not, my own personal form of yoga, i guess.
Het is ook de fijnste manier om de kansen tot opnieuw slaap te maximaliseren. Ik ga op mijn rug liggen, om het lijf de kans te geven te ontspannen, en laat de geest wandelen, spelen, piekeren, denken. De regels zijn simpel. Het lijf mag niet zeuren over kriebels, moeilijk liggen of wat dan ook, en de geest moet het lijf gerust laten liggen. Gerust vind ik persoonlijk een mooie in deze context. Geloof het of niet, maar dat werkt.
Meestal trek ik het zo wel tot 6 uur, en kan ik opstaan, douchen, doen wat ik wil, maar soms, heel soms, val ik als vanzelf terug in slaap, en dat is pas echt leuk.
Bovendien – ik geef toe, het is wat vergezocht, maar voor mij werkt het wel – heb ik proefondervindelijk mogen vaststellen dat de benadering van problemen, of stellingen ’s nachts toch altijd iets geladener is, en als het dan dag wordt, heb je ineens veel heldere en simpele oplossingen. Iedereen wint, want je wordt er vanzelf blij om.
U merkt het, insomnia, u moet het met de nodige sereniteit omarmen, en dan is het niet half zo erg.
En ik merk ook dat ik er niet echt veel last van heb, omdat ik een zelfregulerend lijf heb. Heel af en toe slaapt het gewoon als een blok door alles heen.. Kermende, zeikende honden, bronstige lieven, aanbellende postbodes, irriterende wekkers, opspelend schuldgevoel, niks mee te maken. A man in full doesn’t really care.
Sereniteit, embrace your enemy, niet vechten, ik herken, erken en onderschrijf het allemaal.
Maar dan zou daar ook tegenover moeten staan dat, als een mens ten gevolge van dat vroege uur, een zware afternoon dip heeft, hij daaraan ook zou moeten kunnen toegeven. En ay, there’s the rub, want op dat moment geen sprake van stille huizen, blije honden en charmante vroegochtendlijke geluiden … nee, dan zijn er klanten, collega’s, deadlines, etc.
Kortom, het probleem is niet: vroeg wakker worden. Het probleem is: niet altijd kunnen slapen waar en wanneer je maar wil.
Ik tel altijd schaapjes om in slaap te geraken, maar die rotbeesten blijven nooit staan 😦
ik heb dat nooit begrepen, waarom schaapjes? zenuwachtige wriemelende, mekkerende, op elkaar lijkende beesten.. ik denk ook dat gestructureerd bezig zijn, zoals tellen, daar blijf je toch wakker van? 😉