Regenkapjes

Plastic Regenkapjes. Mijn oma. Onafscheidelijk.
Ik moest er meteen aan denken toen ik ze zag, vorige zondag. Ik dacht dat het niet meer bestond.

Met de K-woman, couleur locale aan’t opsnuiven in het Haspengouwse. Niet dat ik iets heb met bloesems of zo, maar het nuttige wordt soms aan het aangename gekoppeld. Het beest wordt buitengelaten, en dan bedoel ik mijn hond. Tegelijkertijd zijn er de ‘foto besognes’. Ik voel me soms meer ‘assistent-location-scouter’ voor de betere weddingplanner, maar dat terzijde. Het zijn onvergetelijke namiddagen, en ik heb er al prachtige stukjes België mee ontdekt. Of herontdekt, want wij waren geen lor geïnteresseerd toen onze ouders er met ons heengingen. Jeugdzondes, ’t is niet voor niets dat het zo heet.

Het leuke aan zo’n ietwat landerige namiddagen is het lonkend ‘avontuur’ op het einde. Soms is het dat echt. Het is moeilijk om uit te leggen aan mensen die zo niet ineen zitten, maar ik kijk daar altijd naar uit. Niet omwille van het genot, maar omwille van de onvoorspelbaarheid. Pinten drinken in de lokale herberg, en kijken waar de mensen, de verhalen en de omstandigheden ons brengen. We zijn daar beiden goed in. Het opsnuiven van sfeer, het fantaseren van verhalen, het luisteren en kijken naar mensen. En tijd verdwijnt, is onbelangrijk. Voor haar een evidentie, voor mij niet zo.

Toen kwamen ze binnen. Ik hoefde niets te zeggen. De foto was al gemaakt, en het begon te kolken in mijn hoofd. Twee vriendinnen, twee weduwes, twee zusters. Ik houd het op weduwes, vriendinnen, die elkaar al lang kennen, die regelmatig bij elkaar op de koffie gaan, om een beetje sociale media te spelen van hun dorp. Vroeger heette dat roddelen, maar nu zijn dat status updates.

Arlette en Josiane, zo noem ik ze. Vrouwen voor wie de ritmes van de dagen, weken, seizoenen nog iets betekenen. Maandag,wasdag. Vrijdag, visdag. De grote schoonmaak als als ankerpunt. De jaarmarkt een hoogdag en het kerkbezoek een automatisme. Milde strengheid als één van de kinderen het wekelijks bezoek overslaat want ‘het zijn ook onze kleinkinderen!’ En kraaknette huizen, die ruiken naar boenwas, zeep en verse soep.

En vandaag deden ze frivool. Het huis lag aan kant en het was zondagmiddag in Helshoven… een wandeling kon. Tot de regen tussenkwam, en daar werden de kapjes bovengehaald. Uiteraard hadden ze die bij. En het alternatieve plan werd ingeschakeld. Koffie en vlaai heet dat hier. Vlaai is taart. Taart is niet altijd vlaai, daarentegen.  En als het bleef regenen, dan volgde er nog een schoon biertje. Dat mocht, op hun leeftijd.

Arlette en Josiane. Want Franse namen, dat was nog in de mode toen. En ze vertelden, en keken, en in hun hoofden werden de geluksmomenten aaneengeregen, als een paternoster, met hier en daar een zwart pareltje. Volgende week naar ’t kerkhof.

Hun regenkapjes waren ze vergeten. Veel van hun herinneringen niet.