Ik heb een tijdje geleden gekookt. Het is een postje dat een beetje is blijven liggen, maar ik moest er vandaag aan denken, en heb het dan maar opgerakeld, en afgewerkt. Gekookt dus. Voor mijn kinderen, en een lief. Hij is lief. Het gaat dus om een lief van één van mijn dochters, wel te verstaan. Leuke lieven zijn leuk. Hij is ook slim, dat is meegenomen, maar daar ging het niet over.
Het koken en de apéro was leuk, en je voelde gewoon dat ze er zin in hadden. Mijn dochters zijn van de taaie soort: taalvast, kordaat en niet al te flauw als het op verbale animositeit aankomt. Ik houd heel erg van de spontane gesprekken met hen. Gesprekken die kunnen blijven duren, die uit een flardje ontstaan en prettig openbloeien.
In die context blijf ik er ook van overtuigd dat de beste ideeën en discussies rond een keukentafel ontstaan. Geen fancy glasswork, geen duur eten. Wat ‘schellen’ beenhesp en een stuk kaas, en sloten eerlijke wijn, niet om dronken te worden maar om de gedachten te smeren.
En toen aten we, en ontspon er zich een gesprek, een gesprek over opvoeding en verantwoordelijkheid. Het ging een beetje de rechts autoritaire richting uit, wat ik niet zo leuk vond, maar dat komt wel goed. En ze kwetterden, en ze dachten, en ze spraken. En ja, ik was trots. Mijn meiden beheersen het hele scala qua argumentatie technieken en schrikken er niet voor terug om die te gebruiken. Het mooiste was eigenlijk nog dat ze die methode gebruikten, die ik hen aangeleeerd had, om bij mij te bepleiten dat ik niet echt een goede vader was, die ook niet echt bekommerd was om hen en gewoon zijn eigen zin deed. Een soort vakantiepapa/ oom, ne voenkel eigenlijk, volgens Clement Peerens.
Dat ze die hele argumentatie rustig konden opbouwen vanuit de warmte en het respect voor woord en opinie dat er van jongsaf ingehamerd werd is nooit ter sprake gekomen. Dat hoeft ook niet echt. Wat ik wel zag waren drie jonge vrouwen, die vanuit hun persoonlijkheid en temperament op een heerlijk eigenwijze manier hun punt trachtten te maken, en daar wonderwel in slaagden. En één lief dat de hele zaak zat aan te kijken, met ogen groot van het ongeloof. ‘Bij ons thuis zou dit niet kunnen’
Hij werd door mijn dochters bekeken alsof dat een trivialiteit was, wat bovendien onmogelijk kon waar zijn.
En dat maakte mij blij, en ook een beetje gelukkig. die meiden komen allemaal goed terecht, zoveel is zeker.