Gratenk..

huybrechtsIk ben niet meteen op zoek naar sensatie, maar mijn weekend werd opgefrist door één mens. Carl Huybrechts. Ik heb niets met die mens, niets tegen, niets voor. Eigenlijk lieg ik daar, ik neem hem een heel klein beetje kwalijk dat hij het ‘sportduo’ Carl Huybrechts en Mark Uytterhoeven – zoals die in de lang vervlogen jaren ’80 Sportweekend en andere sportuitzendingen van de VRT opfristen – niet naar de eeuwigheid heeft gebracht. Uytterhoeven maakte nadien legendarische tv in alle mogelijke formats, en Huybrechts, ja, die deed ook wel toffe dingen, maar toch niet van hetzelfde kaliber.  Alsof hij het allemaal wat te gemakkelijk nam, het godenkind met de blonde lokken.

Nu, ik ken hem niet persoonlijk, en dus zal ik me verder onthouden van commentaar op de man. Maar ik vind het  erg juist hoe hij gepast verontwaardigd, reageerde op het gepeuter van La Peeters op de nationale radio toen ze begon te zoeken naar de kleine kantjes van Rik De Saedeleer. Dat was fout op zoveel verschillende manieren. Je doet dat niet bij boezemvrienden, je doet dat niet als de man amper koud is, en je doet dat vooral niet om zelf even te scoren.

Het fragment en zijn reactie hoort u hier, voor zij die dat nog niet gehoord zouden hebben.

‘Gratenkut’

Ik vond de titels bij de nationale kranten er dan wel weer een beetje over. ‘Woedende Carl Huybrechts’… De man informeerde eerst sereen naar de beweegreden, en toen hij daar geen antwoord op kreeg heeft hij heel eventjes getoond dat hij een mens van vlees en bloed was. Met woede heeft dat niet veel te maken. Misschien was hij wel oprecht geschokt omdat de vraag gesteld was, misschien stak het hem al langer dat er te dikwijls en te veel ongezonde nieuwsgierigheid speelt.

Wie deze zomer naar Radio 1 luisterde kreeg elke middag een lang gesprek voor de kiezen. Veel van mijn vrienden en kennissen vonden dat een verademing, daar werd niet naar kleine kantjes gevist, daar werd niet op sensatie gejaagd, daar werden verhalen verteld. Mooie verhalen en zo hoort het. Het kan dus wel.

Maar ‘gratenkut’ een woord dat ik niet kende, heeft voorlopig even zijn plaats in de eeuwigheid verdiend.